ECLI:NL:RBASS:2007:BA9496
Rechtbank Assen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontbinding van de arbeidsovereenkomst na mislukt mediationtraject wegens ernstige verstoring van de arbeidsrelatie
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Assen op 5 juli 2007 uitspraak gedaan over het verzoek van [werknemer] tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met [B b.v.]. [werknemer] heeft zijn verzoek ingediend op 18 april 2007, met als grondslag gewichtige redenen in de zin van artikel 7:685 BW. Hij verzocht om een vergoeding van € 155.764,83, inclusief rente en proceskosten. De werknemer, die sinds 23 augustus 1994 in dienst was, stelde dat de werksfeer bij [B b.v.] de laatste jaren aanzienlijk was verslechterd, met name na de overname door de [B b.v.]-groep. Hij voelde zich niet gesteund door de directeuren en ervoer negatieve opmerkingen van de nieuwe bedrijfsleider, wat zijn functioneren zou hebben beïnvloed. De werkgever, [B b.v.], betwistte de claims van [werknemer] en stelde dat zijn functioneren te wensen overliet, vooral in de collegiale verhoudingen. De kantonrechter oordeelde dat de verstoring van de arbeidsrelatie niet in overwegende mate aan één van de partijen kon worden toegeschreven. De kantonrechter concludeerde dat de verhoudingen tussen partijen zodanig verslechterd waren dat dit als een wijziging van omstandigheden in de zin van artikel 7:685 BW moest worden gezien, wat leidde tot de ontbinding van de arbeidsovereenkomst. De kantonrechter kende een vergoeding toe op basis van de kantonrechtersformule, waarbij de c-factor op 1 werd gesteld, en bepaalde de hoogte van de vergoeding op € 76.000,00 bruto. De ontbinding van de arbeidsovereenkomst werd vastgesteld per 1 augustus 2007, tenzij beide partijen hun verzoek tot ontbinding introkken voor die datum.