ECLI:NL:RBASS:2009:BV1670

Rechtbank Assen

Datum uitspraak
14 mei 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
73217 / KG ZA 09-101
Instantie
Rechtbank Assen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onrechtmatige executie van beslag op roerende zaken in kort geding

In deze zaak, die op 14 mei 2009 door de Rechtbank Assen is behandeld, heeft eiseres X, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.R.P. Ossentjuk, een voorlopige voorziening gevraagd tegen gedaagden, waaronder DFA SERVICES B.V., KPN B.V., de Kamer van Koophandel en Fabrieken, Lexis Notarissen en de Officier van Justitie in het Arrondissement Leeuwarden. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen het executoriaal beslag dat op 6 april 2009 op haar roerende zaken is gelegd, met als doel deze te verkopen. Eiseres stelt dat de in beslag genomen goederen essentieel zijn voor haar en haar vier jonge kinderen, en dat de opbrengst van de verkoop slechts enkele honderden euro's zal bedragen. Ze betoogt dat het belang van haar gezin zwaarder weegt dan het belang van de schuldeisers bij de verkoop van deze goederen.

De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat, hoewel in beginsel alle goederen van een schuldenaar aan verhaal blootstaan, artikel 447 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) beperkingen oplegt aan het verhaal op bepaalde goederen. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de in beslag genomen roerende zaken, zoals meubels en huishoudelijke apparaten, noodzakelijk zijn voor de eerste levensbehoeften van eiseres en haar kinderen. Hij heeft geconcludeerd dat het voortzetten van de executie van deze goederen onrechtmatig is, omdat dit de mogelijkheid van eiseres om in haar basisbehoeften te voorzien, zou ondermijnen.

De voorzieningenrechter heeft daarom de executie van de in rechtsoverweging 4.7 genoemde roerende zaken geschorst en de kosten van de procedure tussen partijen gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, zodat het ook effect kan sorteren. De uitspraak benadrukt de noodzaak om bij executie van beslag rekening te houden met de levensbehoeften van de schuldenaar en zijn gezin.

Uitspraak

RECHTBANK ASSEN
Sector Civiel
zaaknummer / rolnummer: 73217 / KG ZA 09-101
Vonnis in kort geding van 14 mei 2009
in de zaak van
X,
wonende te Hoogeveen,
eiseres,
advocaat mr. M.R.P. Ossentjuk,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DFA SERVICES B.V.,
gevestigd te Meppel,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
KPN B.V.,
gevestigd te ‘s-Gravenhage,
3. het publiekrechtelijke lichaam
KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN,
gevestigd te Groningen,
4. de maatschap LEXIS NOTARISSEN,
gevestigd te Zuidwolde,
5. DE OFFICIER VAN JUSTITIE IN HET ARRONDISSEMENT
LEEUWARDEN,
zetelende te Leeuwarden,
gedaagden,
advocaat rnr. R. Klarus,
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 12 mei 2009;
- de mondelinge behandeling van 14 mei 2009.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. De voorzieningenrechter kan van de navolgende feiten uitgaan.
2.2. Uit kracht van de navolgende titels is ten laste van eiseres executoriaal beslag
gelegd:
(a) een drietal dwangbevelen, dat op 8 en 29 januari 2009 door de officier van
justitie is uitgevaardigd;
(b) de grosse van een vonnis op 23 februari 2006 gewezen door de
kantonrechter te Meppel, ten gunste van de KPN B.V.;
(c) een dwangbevel van 7 september 2006, uitgevaardigd door de Kamer van
Koophandel en Fabrieken ten laste van eiseres;
(d) de grosse van een vonnis op 13 september 2007 gewezen door de
kantonrechter te Meppel ten gunste van Lexis Notarissen;
(e) de grosse van een vonnis op 14 oktober 2008 gewezen door de
kantonrechter te Assen ten gunste van DFA SERVICES B.V.;
2.3. Het beslag is op 6 april 2009 gelegd op de navolgende roerende zaken:
- een zwart bankstel (3 + 2 zits);
- een scheepskist in gebruik als salontafel;
- een lichtbruine rechthoekige eettafel met zes stoelen;
- een lichtbruine kast met twee deuren;
- een lichtbruin dressoir met twee deuren en twee laden;
- een lichtbruin tv-meubel met twee deuren;
- een Samsung flatscreen kleurentelevisie;
- een witte Marynen koelvriescombinatie;
- een vaatwasser, HC;
- een Indesit gasstel;
- een Mulitech magnetron;
- een tuinset;
- een AEG wasmachine;
- een AEG droger;
- een zwart drumstel;
- een Toyota Starlet;
één en ander zoals nader omschreven in het proces-verbaal van beslaglegging.
2.4. Aan eiseres is een openbare verkoop op 15 mei 2009 van de in beslaggenomen
roerende zaken aangezegd.
3. Het geschil
3.1. Eiseres vordert:
I. dat gedaagden op straffe van een door U Edelachtbare in goede justitie te bepalen dwangsom niet mogen overgaan tot executoriale verkoop van alle inbeslaggenomen zaken waarvan U in goede justitie zult bepalen dat deze niet executoriaal verkocht mogen worden;
II. met veroordeling van gedaagden in de kosten van deze procedure.
3.2. Daartoe voert eiseres - samengevat - het volgende aan. Eiseres stelt dat op 6 april
2009 beslag is gelegd op de essentiële onderdelen van haar inboedel. Het gaat volgens haar
om zaken die niet nieuw noch van grote waarde zijn. De te verwachten opbrengst bij een
openbare verkoop zal volgens eiseres maar enkele honderden euro’s bedragen. Eiseres is
van mening dat haar belang bij behoud van de in beslaggenomen roerende zaken zwaarder
weegt dan het belang van haar schuldeisers bij de verkoop daarvan. Er is volgens haar
sprake van een zodanige wanverhouding dat executie misbruik van recht oplevert. Eiseres
voert in dit verband bovendien aan dat zij alle in beslaggenomen roerende zaken dringend
nodig heeft om een normale huishouding te kunnen voeren. Zij wijst er op dat zij als
alleenstaand ouder de zorg heeft voor haar vier nog jonge kinderen in de leeftijd van zeven
tot twaalfjaar. Eiseres wijst er bovendien op dat zij geen werk en geen inkomen heeft, zodat
na een openbare verkoop haar gezin niet meer als een normaal gezin kan functioneren,
omdat eiseres niet meer kan voorzien in de normale, noodzakelijke, voorzieningen nodig
voor de verzorging en opvoeding van haar kinderen.
3.3. Gedaagden hebben tot hun verweer — samengevat — aangevoerd dat zij bevoegd
zijn de in beslaggenomen roerende zaken te gelde te maken, omdat deze niet vallen onder in
artikel 447 Rv gegeven beperking.
4. De beoordeling
4.1. Voor de voorzieningenrechter staat te beoordelen of gedaagden onrechtmatig
handelen door de in rechtsoverweging 2.3 genoemde roerende zaken in beslag te nemen en
deze openbaar te doen laten verkopen.
4.2. Bij die beoordeling stelt de voorzieningenrechter voorop dat, in beginsel, alle
goederen van de schuldenaar blootstaan aan verhaal door zijn schuldeisers. In beginsel,
omdat artikel 447 Rv verhindert dat onbeperkt verhaal mogelijk is. Artikel 447 Rv luidt:
Geen beslag op roerende zaken, mag, uit welken hoofde ook, gedaan worden:
l°op het nodige bed en beddegoed van de geëxecuteerde en de inwonende leden van zijn gezin en op de kleren, waarmee zij gekleed en gedekt zijn;
2°op de gereedschappen van ambachtslieden en werklieden, tot hun persoonlijk bedrijf behorende;
3° op de in het huis voorhanden zijnde voorraad van spijs en drank, dienende tot de behoefte van het huisgezin, gedurende een maand;
4° op het ingevolge artikel 642e in de kas der gerechtelijke consignaties gestorte bedrag.
4.3. De voorzieningenrechter neemt hierbij in overweging dat uit de rechtspraak volgt
dat het ervoor gehouden moet worden dat de in artikel 447 Rv gegeven beperkingen, beogen
te waarborgen dat de schuldenaar door het verhaal niet onbeperkt in zijn eerste materiële en
immateriële levensbehoeften, of middelen om deze te verwerven, wordt getroffen.
4.4. Eiseres ervaart dat de zaken waarop thans beslag is gelegd en waarvan haar
openbare verkoop is aangezegd, deel uitmaken van wat zij nodig heeft om in de eerste
levensbehoeften van zichzelf en haar kinderen te kunnen voorzien.
4.5. Aldus komt de voorzieningenrechter voor de vraag te staan of verhaal op andere
dan de in artikel 447 Rv aangewezen zaken, voor zover die ertoe strekken om - kort gezegd
- te voorzien in de eerste levensbehoeften, onrechtmatig is. Bij beantwoording van die vraag heeft de voorzieningenrechter er oog voor dat de in artikel 447 Rv gegeven beperkingen niet
langer lijken te beantwoorden aan de in brede maatschappelijke kring ervaren beperkingen
die zouden moeten worden gesteld aan het verhaal dat schuldeisers op de roerende zaken
van hun schuldenaar kunnen zoeken. Van dat laatste getuigt ook de opvatting die de
Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders kennelijk is toegedaan, te
kennen uit een recente berichtgeving in een landelijk dagblad: deurwaarders willen
voorwerpen als televisies, computers en koelkasten niet langer in beslag nemen,
bijvoorbeeld omdat een computer nodig is om te solliciteren (zie: Algemeen Dagblad van
vrijdag 20 maart 2009).
4.6. De voorzieningenrechter is op grond van het vorenoverwogene van oordeel dat in
beginsel verhaal mag worden gezocht op alle roerende zaken van een schuldenaar,
behoudens voor zover artikel 447 Rv dat verhaal onmogelijk maakt. Bijkomende feiten en
omstandigheden kunnen echter met zich brengen dat in een concreet geval het verhaal op
andere dan de in artikel 447 Rv genoemde roerende zaken onrechtmatig jegens de
schuldenaar is. Zodanige feiten en omstandigheden doen zich naar het oordeel van de
voorzieningenrechter in deze zaak voor, nu — deels — beslag is gelegd op roerende zaken die naar hun aard zijn bestemd om te voorzien in de eerste levensbehoeften van een gezin,
openbare verkoop daarvan — naar redelijkerwijs is te voorzien — een relatief beperkte
opbrengst zal hebben en de openbare verkoop bovendien maar in beperkte mate tot betaling
van de vorderingen waarvoor het beslag is gelegd, zal kunnen leiden.
4.7. De voorzieningenrechter is van oordeel dat de navolgende zaken in de huidige tijd
vallen onder het bereik van wat een gezin nodig heeft om in zijn eerste materiële en
immateriële behoeften te kunnen voorzien:
- een zwart bankstel (3 + 2 zits);
- een scheepskist in gebruik als salontafel;
- een lichtbruine rechthoekige eettafel met zes stoelen;
- een lichtbruine kast met twee deuren
- een lichtbruin dressoir met twee deuren en twee laden;
- een lichtbruin tv-meubel met twee deuren;
- een Samsung flatscreen kleurentelevisie;
- een witte Marynen koel-vriescombinatie;
- een vaatwasser, HC;
- een Indesit gasstel;
- een Mulitech magnetron;
- een tuinset;
- een AEG wasmachine;
- een AEG droger.
4.8. De voorzieningenrechter is echter van oordeel dat ten aanzien van de overige in
beslag genomen roerende zaken het voorgaande niet geldt:
- een zwart drumstel;
- een Toyota Starlet.
4.9. Het voorgaande, in onderling verband en samenhang beschouwd, brengt met zich
dat de voorzieningenrechter van oordeel is dat het voortzetten van de executie ten aanzien
van de in rechtsoverweging 4.7 genoemde roerende zaken jegens eiseres onrechtmatig is. De
executie zal daarom in zoverre worden geschorst. Alhoewel dit niet is gevorderd, zal de
voorzieningenrechter - ambtshalve - de voorziening uitvoerbaar bij voorraad verklaren,
zodat de voorziening ook enig effect kan sorteren.
4.10. Nu geen van partijen in overwegende mate in het ongelijk wordt gesteld, zal de
voorzieningenrechter de kosten van deze procedure tussen partijen compenseren en wel in
die zin dat ieder van partijen de eigen kosten draagt.
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
1. schorst de tenuitvoerlegging van de in rechtsoverweging 2.2 genoemde titels, voor
zover het de in rechtsoverweging 4.7 genoemde roerende zaken betreft,
2. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
3. compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere
partij de eigen kosten draagt,
4. wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.R. Tromp en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier mr. E.M. Harbers op 14 mei 2009.