ECLI:NL:RBASS:2010:BO8191
Rechtbank Assen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing incassovordering wegens verjaring door ABN AMRO Bank N.V.
In deze zaak vorderde ABN AMRO Bank N.V. (hierna: ABNAMRO) hoofdelijke veroordeling van gedaagden tot betaling van een bedrag van € 5.000,--. De procedure begon met een dagvaarding op 10 september 2010, gevolgd door een conclusie van antwoord op 21 september 2010. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er een rekening-courant verhouding bestaat tussen ABNAMRO en gedaagden, waarbij een ongeoorloofde debetstand is ontstaan. Gedaagden hebben een schuld van € 10.386,49 aan ABNAMRO, maar hebben niet betaald na herhaalde verzoeken en sommaties.
Gedaagden hebben verweer gevoerd, waarbij zij in de eerste plaats betwijfelen of de deurwaarder die voor ABNAMRO optreedt, daartoe wel is gevolmachtigd. Daarnaast hebben zij de vordering bestreden met een beroep op verjaring. De kantonrechter heeft geoordeeld dat gedaagden geen voldoende onderbouwing hebben gegeven voor hun verweer omtrent de volmacht van de deurwaarder. Wat betreft het beroep op verjaring heeft de kantonrechter vastgesteld dat ABNAMRO niet heeft aangetoond dat de verjaringstermijn is gestuit. Gedaagden stelden dat zij zes jaar lang niets van ABNAMRO hebben vernomen, terwijl ABNAMRO stelde dat er in die periode meerdere pogingen tot contact zijn geweest.
De kantonrechter heeft geconcludeerd dat de vordering van ABNAMRO is verjaard, omdat er geen schriftelijke aanmaningen of mededelingen zijn gedaan die de verjaringstermijn hebben gestuit. Daarom heeft de kantonrechter de vordering afgewezen en ABNAMRO veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 25,--. Dit vonnis is uitgesproken op 21 december 2010.