ECLI:NL:RBASS:2011:BP3837
Rechtbank Assen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid ouders voor tandheelkundige kosten van minderjarig kind
In deze zaak vorderde de besloten vennootschap DFA Service B.V. hoofdelijke veroordeling van de ouders tot betaling van een bedrag van € 1.421,77, vermeerderd met rente en kosten, voor een tandheelkundige behandeling van hun minderjarige dochter. De ouders werden door DFA aangesproken op basis van het ouderlijk gezag, dat hen volgens DFA verplichtte om de kosten van de behandeling te dragen. De kantonrechter heeft echter vastgesteld dat op het moment van betekening van de dagvaarding de dochter meerderjarig was, waardoor de ouders niet in hun hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger konden worden aangesproken.
De kantonrechter heeft de feiten van de zaak beoordeeld en vastgesteld dat de ouders niet verantwoordelijk konden worden gehouden voor de betaling van de tandheelkundige kosten, omdat er geen bewijs was dat zij toestemming hadden gegeven voor de behandeling. De kantonrechter oordeelde dat het enkele feit dat de ouders belast waren met het ouderlijk gezag niet voldoende was om hen aansprakelijk te stellen voor de kosten van de behandeling, aangezien er geen opdracht door de ouders was gegeven aan de tandarts.
De vordering van DFA werd afgewezen en de rechtbank heeft DFA veroordeeld in de kosten van de procedure. De kosten aan de zijde van gedaagde sub 1 werden op nihil gesteld, terwijl de kosten aan de zijde van gedaagde sub 2 werden begroot op € 175,00, bestaande uit een vergoeding voor de mondelinge behandeling en het salaris van de gemachtigde. Dit vonnis is uitgesproken door kantonrechter mr. B.R. Tromp op 18 januari 2011.