ECLI:NL:RBASS:2011:BR0706
Rechtbank Assen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Schikking en boetebepaling in burenruzie over perceelgebruik
In deze zaak, die voor de Rechtbank Assen is behandeld, gaat het om een geschil tussen buren over de naleving van een bijzondere bepaling in een leveringsakte. Eiser, eigenaar van het perceel [straatnaam] 5, heeft een geschil met gedaagde, eigenaar van het aangrenzende perceel [straatnaam] 4. De bijzondere bepaling in de akte verbiedt gedaagde om op een gedeelte van zijn perceel te bouwen of een paardenbox te plaatsen, en verplicht hem om deze bepaling ook op eventuele gebruikers van de grond op te leggen. Eiser vordert een boete van € 100.000,00 omdat gedaagde zich niet aan deze bepaling zou hebben gehouden door met een dochter, gezeten op een paard, rondjes te rijden op het verboden gedeelte van zijn perceel.
De rechtbank heeft vastgesteld dat partijen eerder een schikking hebben getroffen, neergelegd in een proces-verbaal van comparitie. Eiser stelt dat gedaagde de schikking niet is nagekomen, maar de rechtbank oordeelt dat de mededelingen van de rechter tijdens de comparitie niet de inhoud van de schikking bepalen. De rechtbank concludeert dat er geen basis is voor de vordering tot betaling van de boete, omdat de schikking niet inhoudt dat gedaagde de boete verbeurt bij het niet naleven van de afspraken. De rechtbank wijst de vordering van eiser af en veroordeelt hem in de proceskosten aan de zijde van gedaagde, die worden begroot op € 3.422,00.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.R. Tromp en in het openbaar uitgesproken op 15 juni 2011.