ECLI:NL:RBASS:2011:BR3404

Rechtbank Assen

Datum uitspraak
26 juli 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
317036 - CV EXPL 11-3540
Instantie
Rechtbank Assen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van een advocatenkantoor in vordering tot incasso van onbetaalde declaraties

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Assen op 26 juli 2011 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap [X] advocaten B.V. (hierna: eiseres) en [gedaagde], die zelf procedeert. Eiseres vorderde betaling van € 2.589,90 vermeerderd met rente en kosten van gedaagde, omdat zij in opdracht van gedaagde rechtskundige werkzaamheden had verricht en de daaruit voortvloeiende declaraties niet waren betaald. Gedaagde heeft de vordering betwist en aangevoerd dat zij nooit een opdracht aan eiseres heeft gegeven en dat de in rekening gebrachte kosten te hoog zijn.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de rechtsbijstand die door eiseres is verleend valt onder de Wet Tarieven Burgerlijke Zaken (WTBZ). Dit betekent dat het geschil over de juistheid van de declaraties voor begroting in aanmerking komt, en dat de burgerlijke rechter in zoverre niet bevoegd is. De kantonrechter heeft daarom eiseres niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering, omdat de geschilpunten waarover de kantonrechter wel bevoegd is, niet behandeld konden worden in verband met de samenhang met het geschil over de juistheid van de declaraties.

Eiseres is als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van de procedure, die aan de zijde van gedaagde tot op heden zijn begroot op € 25,--. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat gedaagde de kosten kan vorderen, ook al is er nog geen definitieve uitspraak over de vordering van eiseres.

Uitspraak

RECHTBANK Assen
Sector kanton
Locatie Assen
zaak-/rolnummer: 317036 \ CV EXPL 11-3540
vonnis van de kantonrechter van 26 juli 2011
in de zaak van
de besloten vennootschap [X] advocaten B.V.,
die gevestigd is te [adres],
eiseres,
gemachtigde: mr. R.W. Lagerwaard,
tegen
[gedaagde],
die woont te [adres],
gedaagde,
en die zelf procedeert.
Partijen worden hierna [eiseres] en [gedaagde] genoemd.
De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 24 mei 2011 met producties;
- de conclusie van antwoord met producties van 5 juli 2011.
Ten slotte is vonnis bepaald op heden.
De vaststaande feiten
De kantonrechter gaat uit van de volgende feiten, die vaststaan omdat ze niet of niet voldoende zijn betwist en/of blijken uit de in zoverre onweersproken gelaten inhoud van de overgelegde producties.
[eiseres] exploiteert een advocatenkantoor. [gedaagde] is cliënt geweest van een of meerdere advocaten die aan dat advocatenkantoor verbonden zijn (geweest).
[eiseres] heeft kosten van rechtsbijstand aan [gedaagde] gedeclareerd. [gedaagde] betaalt die declaraties niet (volledig), ondanks herhaald verzoek en sommatie.
De vordering en het verweer
Tegen de achtergrond van de vaststaande feiten vordert [eiseres], verkort weergegeven, veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 2.589,90 vermeerderd met rente en kosten. Daartoe stelt [eiseres], samengevat weergegeven, dat zij in opdracht en voor rekening van [gedaagde] rechtskundige werkzaamheden heeft verricht. Daarvoor heeft zij kosten aan [gedaagde] gedeclareerd. [gedaagde] betaalt, ondanks herhaald verzoek en sommatie, die declaraties niet.
Het verweer van [gedaagde] strekt tot afwijzing van de vordering. Daartoe voert zij onder meer aan, samengevat weergegeven en voor zover thans van belang, dat zij nooit aan [eiseres] een opdracht heeft gegeven en dat haar ook nooit algemene voorwaarden ter hand zijn gesteld. [gedaagde] voert verder aan dat zij het niet eens is met de declaraties die zij heeft ontvangen. Volgens [gedaagde] worden haar kosten in rekening gebracht waarover zij met de advocaat die haar heeft bijgestaan, heeft afgesproken dat die juist niet in rekening zouden worden gebracht. Bovendien voert [gedaagde] aan dat, gelet op de specificaties die aan de facturen zijn gehecht, de in rekening gebrachte kosten te hoog zijn.
De beoordeling
De kantonrechter stelt bij de beoordeling van het geschil voorop dat een of meerdere aan [eiseres] verbonden advocaten rechtsbijstand hebben verleend in een geschil dat aan de burgerlijke rechter is voorgelegd. De kantonrechter neemt verder in overweging dat het verweer van [gedaagde] zich onder meer richt op de vraag of het bedrag dat aan haar is gedeclareerd, juist is. De kantonrechter neemt ook in overweging dat voor zover het verweer van [gedaagde] verder strekt dan de juistheid van wat aan haar is gedeclareerd er sprake is van een onlosmakelijk verband tussen enerzijds dat verweer en die grondslag en anderzijds het geschil zoals dat tussen partijen bestaat over de juistheid van wat aan [gedaagde] is gedeclareerd. Het een en ander brengt het volgende met zich.
In de eerste plaats stelt de kantonrechter vast dat bijstand is verleend in een zaak die behoort tot het toepassinggebied van (art. 32 van) de Wet Tarieven Burgerlijke Zaken (hierna: de WTBZ). Gelet op het op de juistheid van de facturen gerichte verweer is sprake van een zaak die bovendien rechtstreeks valt onder de tekst van art. 32 van de WTBZ.
Dit betekent dat het geschil over de juistheid van de declaraties voor begroting in aanmerking komt en dat de burgerlijke rechter in zoverre niet bevoegd is. De kantonrechter zal daarom [eiseres] in haar vordering niet-ontvankelijk moeten verklaren.
Gelet op vorenbedoelde samenhang kan het geschil waarin de kantonrechter wel rechtsmacht heeft (nog) niet worden beoordeeld. Partijen hebben daarom geen belang bij voortzetting van het processuele debat over die geschilpunten, zodat geen mogelijkheid hoeft te worden geboden om te re- en dupliceren.
De kantonrechter zal [eiseres] als de in het ongelijk te stellen partij veroordelen in de op de gebruikelijke wijze te begroten kosten van deze procedure.
De beslissing
De kantonrechter
verklaart [eiseres] niet-ontvankelijk in haar vordering,
veroordeelt [eiseres] in de kosten van de procedure die aan de zijde van [gedaagde] tot op heden worden begroot op € 25,--.
verklaart dit vonnis ten aanzien van de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. B.R. Tromp en in het openbaar uitgesproken op 26 juli 2011.
typ/conc: BRT/216
coll: