ECLI:NL:RBASS:2011:BU8227
Rechtbank Assen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een verzoek tot het leggen van conservatoir beslag door de gemeente Emmen
In deze zaak heeft de Rechtbank Assen op 8 december 2011 uitspraak gedaan in een verzoek van de gemeente Emmen tot het leggen van conservatoir beslag onder een derde en op roerende zaken. De gemeente verzocht om verlof tot beslaglegging omdat zij van mening was dat verweerders ten onrechte een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) en de Wet Investeren in Jongeren (WIJ) hadden ontvangen. De gemeente stelde dat de verweerders vermoedelijk inkomsten uit werkzaamheden als glazenwasser hadden, die zij niet volledig hadden opgegeven. De vordering van de gemeente bedroeg op dat moment € 15.281,38.
De voorzieningenrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de gemeente niet aannemelijk heeft gemaakt dat er een opeisbare vordering op de verweerders bestaat. De rechter oordeelde dat, hoewel de verweerders hadden moeten begrijpen dat zij ten onrechte een uitkering ontvingen, dit niet betekent dat de vordering van de gemeente opeisbaar is. De gemeente had niet aangetoond dat zij de kosten van de bijstand al had teruggevorderd van de verweerders, wat een voorwaarde is voor de opeisbaarheid van de vordering.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek tot beslaglegging afgewezen, omdat de gemeente niet in het bezit was van een executoriale titel, wat noodzakelijk is voor het leggen van beslag. De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. B.R. Tromp.