zaaknummer / rolnummer: 89295 / KG ZA 11-242
Vonnis in kort geding van 2 november 2011
de vennootschap naar het recht van het land van haar zetel
SELECTA KLEMM GMBH & CO KG,
die gevestigd is in Stuttgart, Duitsland,
eiseres,
advocaat mr. D. Spek te Rotterdam,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
FLOWER TRADE COMPANY BV, tevens h.o.d.n. DRENTHE FLOWERS,
die statutair gevestigd is in Emmen en kantoor houdt in Klazienaveen,
gedaagde,
advocaat mr. M.G.F.A. Janssen te Assen.
Partijen worden hierna Selecta en Flower Trade genoemd.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 19 oktober 2011;
- de mondelinge behandeling van 25 oktober 2011;
- de pleitnota's van partijen.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. De voorzieningenrechter kan bij de beoordeling van het geschil uitgaan van de navolgende feiten.
2.2. Selecta heeft stekjes van kerststerren verkocht en geleverd aan de besloten vennootschap [X] B.V. (hierna: [X]). Selecta heeft de koopprijs aan [X] gefactureerd. [X] heeft de koopprijs niet betaald.
2.3. Bij vonnis van de Rechtbank Assen d.d. 4 oktober 2011 is [X] failliet verklaard.
2.4. De curator in het faillissement van [X] heeft de eerder door Selecta aan [X] verkochte en geleverde planten verkocht en geleverd aan Flower Trade.
2.5. De koop en levering van deze planten heeft plaatsgevonden onder de bepaling dat de curator uitsluitend de planten verkoopt die eigendom zijn van [X] en dat zaken waarvan derden een eigendomsrecht kunnen inroepen, geacht worden niet te zijn verkocht. In de koopovereenkomst verklaart Flower Trade dat zij bekend is met het feit dat bepaalde leveranciers, waaronder Selecta een beroep op een eigendomsvoorbehoud hebben gedaan.
3.1. Tegen de achtergrond van de voorgaande feiten vordert Selecta, verkort weergegeven, Flower Trade te veroordelen tot afgifte van de door haar aan [X] verkochte en geleverde planten en veroordeling van Flower Trade in de kosten van deze procedure. Daartoe stelt Selecta, samengevat weergegeven, dat zij op grond van haar algemene verkoop- en leveringsvoorwaarden eigenaar is gebleven van de aan [X] verkochte en geleverde planten.
3.2. Het verweer van Flower Trade strekt tot niet-ontvankelijkheid van Selecta, althans afwijzing van haar vordering en veroordeling van Selecta in de kosten van deze procedure. Daartoe betwist Flower Trade dat Selecta eigenaar is gebleven van de door haar van de curator gekochte planten. Flower Trade stelt dat voor zover sprake is geweest van een eigendomsvoorbehoud, dat eigendomsvoorbehoud teniet is gegaan omdat uit de geleverde stekken nieuwe planten zijn gevormd.
4. De beoordeling
4.1. Het gaat in deze zaak, samengevat weergegeven, om het volgende. Selecta verkoopt en levert aan [X] planten. De planten blijven onbetaald en [X] failleert. De curator verkoopt en levert de stekjes aan Flower Trade. Selecta vordert afgifte van de stekjes, waartoe zij een beroep doet op een in haar algemene verkoop- en leveringsvoorwaarden bedongen eigendomsvoorbehoud. Het daartegen gerichte verweer valt in twee onderdelen uiteen. Flower Trade stelt in de eerste plaats dat de algemene voorkoop- en leveringsvoorwaarden van Selecta niet van toepassing zijn. Flower Trade stelt in de tweede plaats dat een eventueel eigendomsvoorbehoud door zaaksvorming teniet is gegaan.
4.2. Aldus staat de voorzieningenrechter in de eerste plaats voor de vraag of Selecta een beroep toekomt op het in haar algemene verkoop- en leveringsvoorwaarden bedongen eigendomsvoorbehoud.
4.3. Op grond van wat art. 6:234 lid 1 sub a BW bepaalt, had Selecta aan [X] haar algemene voorwaarden ter hand moeten stellen, vóór of bij het sluiten van de koopovereenkomst, tenzij dit redelijkerwijs niet mogelijk was (6:234 lid 1 sub b BW). Gesteld noch gebleken is dat Selecta haar algemene voorwaarden aan [X] ter hand heeft gesteld. Gesteld noch gebleken is dat dit redelijkerwijs niet mogelijk was.
4.4. Uit de door Selecta wel betrokken stellingen volgt dat Selecta al jarenlang zaken deed met [X] en dat Selecta op haar facturen verwijst naar haar algemene voorwaarden. Dit kan Selecta echter niet baten. Het is nu eenmaal in het algemeen niet voldoende dat in een lopende handelsrelatie op facturen wordt verwezen naar algemene voorwaarden (vgl. HR 15 maart 1991, NJ 1991, 416). Voor zover in dit verband door Selecta wordt verwezen naar de als productie in het geding gebrachte orderbevestigingen waarin door ondertekening door [dhr. Y] met de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden van Selecta wordt ingestemd, kan dat Selecta evenmin baten. [dhr. Y] die eerst als indirect bestuurder van de failliete vennootschap [X] en thans als bestuurder van Flower Trade in deze zaak fungeert, heeft betwist dat de handtekeningen onder die orderbevestigingen van zijn hand zijn, zodat bewijslevering, die in dit kort geding niet aan de orde kan zijn, nodig is om vast te stellen of [X] wel of niet de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden van Selecta heeft geaccepteerd.
4.5. Weliswaar betekent al het voorgaande niet dat de verwijzing op de factuur door Selecta naar haar algemene voorwaarden hoe dan ook kansloos is. Dat een zodanige verwijzing nooit tot toepasselijkheid van algemene voorwaarden kan leiden, vindt geen steun in de rechtspraak (vergelijk HR 7 juni 1991, NJ 1991, 25 en HR 5 juni 1992, RvdW 1991, 161). Er zijn echter geen feiten of omstandigheden gesteld nodig om in deze concrete zaak - in kort geding - af te wijken van het in de wet verankerde uitgangspunt dat algemene voorwaarden in beginsel alleen van toepassing kunnen zijn als zij vóór of bij het sluiten van de overeenkomst aan de wederpartij ter hand zijn gesteld.
4.7. Het voorgaande leidt tot de slotsom dat op voorhand onvoldoende aannemelijk is geworden dat het beroep van Selecta op een rechtsgeldig overeengekomen eigendomsvoorbehoud in een bodemprocedure zal standhouden, zodat de vordering van Selecta zal worden afgewezen. Om die reden rest bij geen van partijen belang bij een bespreking van wat zij over en weer hebben aangevoerd ten aanzien van het teniet gaan van het eventuele eigendomsvoorbehoud door zaaksvorming.
4.8. Selecta zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kostenveroordeling kan niet uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard, omdat Flower Trade daarom niet heeft verzocht.
De kosten aan de zijde van Flower Trade worden begroot op:
- griffierecht € 560,00
- salaris advocaat 816,00
Totaal € 1.376,00
5. De beslissing
De voorzieningenrechter:
1. wijst de vorderingen af,
2. veroordeelt Selecta in de proceskosten, aan de zijde van Flower Trade tot op heden begroot op € 1.376,00.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.R. Tromp en in tegenwoordigheid van mr. A. Hut, griffier, in het openbaar uitgesproken op 2 november 2011.