ECLI:NL:RBASS:2011:BU9412
Rechtbank Assen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vorderingen van de Rabobank wegens onvoldoende onderbouwing en niet voldoen aan specificatie-eisen
In deze zaak, die voor de Rechtbank Assen diende, heeft de rechtbank op 30 november 2011 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen verschillende eisers en de Coöperatieve Rabobank Borger-Klenckeland U.A. De eisers, waaronder [dhr. X] en [mw. X], hebben de vorderingen van de Rabobank betwist. De Rabobank had in een eerdere procedure op 6 juli 2011 de opdracht gekregen om haar vorderingen te specificeren, omdat deze tot dat moment niet voldoende onderbouwd waren. De Rabobank heeft echter in haar akte van 3 augustus 2011 slechts een brief overgelegd waarin het verschuldigde saldo per overeenkomst werd weergegeven, zonder de nodige specificaties te geven.
De rechtbank oordeelde dat de Rabobank niet voldeed aan de eisen die waren gesteld in het tussenvonnis. De boekenclausule in de algemene bankvoorwaarden biedt de Rabobank niet de mogelijkheid om zonder meer bedragen op te sommen zonder deze te onderbouwen. De rechtbank stelde vast dat de Rabobank haar vorderingen onvoldoende had onderbouwd en dat de brief van 12 juli 2011 niet als een geldig uittreksel uit de administratie kon worden beschouwd. Hierdoor kon de rechtbank niet vertrouwen op de juistheid van de opgave van de vorderingen.
Uiteindelijk heeft de rechtbank de vorderingen van de Rabobank afgewezen en de proceskosten gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Dit vonnis benadrukt het belang van een deugdelijke onderbouwing van vorderingen in civiele procedures en de noodzaak voor banken om transparant te zijn in hun vorderingen.