ECLI:NL:RBBRE:2005:AU6876
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.J. Kromhout
- L. Abbing-van Kleef
- Rechtspraak.nl
Onterecht opgelegde boete motorrijtuigenbelasting wegens parkeren van geschorst voertuig
In deze zaak heeft de Rechtbank Breda op 7 juli 2005 uitspraak gedaan in een geschil over een naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting en een boetebeschikking. De eiser had zijn motorrijtuig, dat sinds 3 juli 2004 als geschorst geregistreerd stond, ter reparatie aangeboden bij een garagebedrijf. Ondanks dat de eiser het garagebedrijf had geïnformeerd over de schorsing, heeft het garagebedrijf verzuimd deze informatie door te geven aan de monteur, die het voertuig vervolgens op de openbare weg heeft geparkeerd. Dit leidde tot de naheffingsaanslag en de boete van de Belastingdienst.
De rechtbank oordeelde dat de naheffingsaanslag terecht was opgelegd, omdat het motorrijtuig tijdens de schorsing op de openbare weg was gebruikt. Echter, met betrekking tot de boetebeschikking oordeelde de rechtbank dat de eiser geen verwijt kon worden gemaakt voor het parkeren van het voertuig op de openbare weg. De rechtbank concludeerde dat de eiser aannemelijk had gemaakt dat het voertuig tegen zijn wil op de openbare weg was geparkeerd en dat hij dit redelijkerwijs niet had kunnen voorkomen. Daarom werd de boetebeschikking vernietigd.
De rechtbank verklaarde het beroep van de eiser gegrond, vernietigde de uitspraak op bezwaar, handhaafde de naheffingsaanslag, maar vernietigde de boetebeschikking. Tevens werd de Belastingdienst veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van de eiser, vastgesteld op € 322, en het door de eiser betaalde griffierecht van € 37. De uitspraak werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.