ECLI:NL:RBBRE:2006:AV2996
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Breeman
- A. Kooijman
- J. Vos
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in kinderpornozaak wegens gebrek aan bewijs van bezit
In de zaak met parketnummer 4667-04 heeft de Rechtbank Breda op 22 februari 2006 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het bezit van kinderporno. De rechtbank heeft de gedingstukken en het verweer van de verdachte en zijn raadsman, mr. Schönfeld, in overweging genomen. De verdachte verklaarde dat hij kinderpornografische afbeeldingen op internet had bekeken, maar deze nooit had opgeslagen. De rechtbank constateerde dat de aangetroffen afbeeldingen zich bevonden in de unallocated clusters en temporary internet files van de computer van de verdachte. Deze bestanden zijn niet meer toegankelijk zonder speciale software en de verdachte had verklaard dat hij zijn tijdelijke bestanden regelmatig schoonmaakte.
De rechtbank oordeelde dat het enkele bekijken van kinderpornografische afbeeldingen niet strafbaar is, zoals blijkt uit de wetsgeschiedenis. De rechtbank concludeerde dat de tijd dat de afbeeldingen op de computer van de verdachte waren opgeslagen te kort was om van bezit te kunnen spreken, en dat er geen bewijs was dat de verdachte de intentie had om de afbeeldingen te bewaren. Daarom sprak de rechtbank de verdachte vrij van de tenlastegelegde feiten.
De rechtbank verklaarde de dagvaarding gedeeltelijk nietig en de officier van justitie ontvankelijk in haar vordering. De beslissing werd genomen na een zorgvuldige afweging van de feiten en omstandigheden van de zaak, waarbij de rechtbank tot de conclusie kwam dat er onvoldoende bewijs was voor de beschuldiging van bezit van kinderporno.