ECLI:NL:RBBRE:2007:BB0435
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vernietiging uitspraak op bezwaar inzake aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen door niet horen belanghebbende
Op 14 juni 2007 heeft de Rechtbank Breda uitspraak gedaan in de zaak met procedurenummer AWB 06/4088. De rechtbank heeft de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de Belastingdienst vernietigd, omdat belanghebbende niet in de gelegenheid is gesteld om zijn bezwaar mondeling toe te lichten, ondanks een uitdrukkelijk verzoek daartoe. De rechtbank oordeelt dat het telefonisch horen niet voldoet aan de vereiste zorgvuldigheid, aangezien er geen verslag van het gesprek is opgemaakt. Dit gebrek in de hoorplicht heeft geleid tot benadeling van belanghebbende, waardoor de rechtbank de uitspraak op bezwaar niet in stand kan laten.
Tijdens de zitting op 31 mei 2007 te Breda zijn zowel belanghebbende als de inspecteur gehoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat de inspecteur op 20 juli 2006 een uitspraak op bezwaar heeft gedaan tegen de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 2003. De rechtbank heeft het beroep van belanghebbende gegrond verklaard en de zaak teruggeworpen naar de inspecteur, zodat belanghebbende alsnog de gelegenheid krijgt om te worden gehoord over zijn bezwaarschrift.
De rechtbank heeft geen proceskostenveroordeling uitgesproken, omdat er geen kosten zijn gesteld die voor vergoeding in aanmerking komen. De uitspraak is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, mr. I. van Wijk. Tegen deze uitspraak staat voor partijen de mogelijkheid open om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch.