ECLI:NL:RBBRE:2008:BD1201
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Terugvordering heffingskorting bij aanslag inkomstenbelasting
In deze zaak heeft de Rechtbank Breda op 10 april 2008 uitspraak gedaan in een geschil tussen een belanghebbende en de inspecteur van de Belastingdienst over een aanslag inkomstenbelasting voor het jaar 2003. De belanghebbende had een aanslag ontvangen waarbij een eerder uitbetaalde heffingskorting van € 1.355 werd teruggevorderd. De belanghebbende stelde dat zij nooit een verzoek had gedaan om uitbetaling van de heffingskorting en dat zij over het jaar 2003 nooit een bedrag aan heffingskorting had ontvangen.
De rechtbank overwoog dat uit de gedingstukken niet bleek dat de stelling van de belanghebbende onjuist was. De inspecteur had de bewijslast om aan te tonen dat de belanghebbende daadwerkelijk een verzoek om uitbetaling had ingediend. De rechtbank oordeelde dat de inspecteur niet voldeed aan deze bewijslast, aangezien hij enkel schermprints had overgelegd zonder bewijs dat de belanghebbende het verzoek had gedaan.
De rechtbank verklaarde het beroep van de belanghebbende gegrond, vernietigde de uitspraak op bezwaar, de aanslag en de beschikking heffingsrente. Tevens werd de Staat gelast het door de belanghebbende betaalde griffierecht van € 39 te vergoeden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, mr. I. van Wijk. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch, binnen zes weken na verzenddatum.