ECLI:NL:RBBRE:2008:BF0195
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Belastingaanslagen en winstverdeling in vennootschap onder firma
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Breda, gaat het om een geschil tussen een belanghebbende en de inspecteur van de Belastingdienst over de aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 2002. De inspecteur had op 22 september 2005 een uitspraak op bezwaar gedaan, waarbij hij de onverdeelde winst van de firma, waar de belanghebbende deel van uitmaakt, op 50% had vastgesteld. De belanghebbende was het hier niet mee eens en stelde dat haar aandeel in de onverdeelde winst 36,7% moest zijn, zoals zij in haar aangifte had verantwoord. De rechtbank heeft op 3 juli 2006 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij het onderzoek ter zitting op 19 juni 2006 had plaatsgevonden.
De rechtbank oordeelde dat de inspecteur terecht de winstverdeling op 50% had vastgesteld, omdat er een civielrechtelijk geschil bestond tussen de firmanten over de verdeling van de winst. De belanghebbende had niet kunnen aantonen dat de inspecteur niet bevoegd was om de winstverdeling aan te passen, en de rechtbank vond dat de inspecteur de onverdeelde winst op een redelijke wijze had bepaald. De rechtbank concludeerde dat de belanghebbende niet had aangetoond dat de winstverdeling zoals zij die voorstelde, correct was.
De rechtbank verklaarde het beroep van de belanghebbende ongegrond en wees de proceskosten af. De uitspraak werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, drs. J.M.C. Hendriks. De belanghebbende werd geïnformeerd over de mogelijkheden tot hoger beroep of cassatie, waarbij zij binnen zes weken na de verzenddatum van de uitspraak actie moest ondernemen.