ECLI:NL:RBBRE:2008:BM6367
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen aanslag in het recht van successie na overlijden zonder testament
In deze zaak heeft de Rechtbank Breda op 1 juli 2008 uitspraak gedaan in een geschil over een aanslag in het recht van successie. De zaak betreft de nalatenschap van de heer [erflater], die op 6 september 2004 overleed zonder testament. Hierdoor zijn zijn drie broers als erfgenamen aangesteld, ieder voor een derde deel van de nalatenschap. De inspecteur van de Belastingdienst had op 13 april 2006 een aanslag opgelegd aan de broers, gebaseerd op een aangifte voor het recht van successie die op 23 juni 2005 was ingediend. De aanslag was aanvankelijk vastgesteld op € 19.904 per broer over een verkrijging van € 67.195 in tariefgroep 2, maar werd later door de inspecteur verminderd tot één aanslag over een verkrijging van € 66.404 in dezelfde tariefgroep.
De rechtbank heeft in deze procedure de vraag behandeld of de uitspraken van de inspecteur in stand kunnen blijven, nu de inspecteur niet binnen de door hem toegezegde termijn van zes weken heeft gereageerd en of de belanghebbende een beroep kan doen op het vertrouwensbeginsel. De rechtbank overweegt dat de bijlage bij het aangiftebiljet geen toezeggingen bevat en dat er geen sprake is van een situatie waarin de belanghebbende schade heeft geleden door het vertrouwen op onjuiste informatie. De rechtbank concludeert dat de inspecteur binnen de wettelijke termijn van één jaar uitspraak heeft gedaan en dat de belanghebbende niet in zijn belangen is geschaad door de vermeende onjuistheid in de samenvatting van het bezwaar.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond en ziet zij geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op dezelfde dag en partijen zijn op 3 juli 2008 van de uitspraak op de hoogte gesteld. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch, binnen zes weken na de verzenddatum.