ECLI:NL:RBBRE:2011:BR1317
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. van Kralingen
- A. Schotanus
- J. Peeters
- Rechtspraak.nl
Vergoeding van wederrechtelijk verkregen voordeel in de York-zaak
Op 12 juli 2011 heeft de Rechtbank Breda uitspraak gedaan in de ontnemingszaak tegen E.S., die eerder in 2003 was veroordeeld tot 9 jaar gevangenisstraf voor zijn betrokkenheid bij de criminele organisatie in de York-zaak. De rechtbank heeft E.S. veroordeeld tot het betalen van een bedrag van € 772.473 aan de Nederlandse staat, terwijl het openbaar ministerie een veel hoger bedrag van € 5.112.854 had geëist. De rechtbank overwoog dat het wederrechtelijk verkregen voordeel van E.S. kon worden geschat op basis van zijn bewezen deelname aan de criminele organisatie die zich bezighield met de uitvoer en handel in verdovende middelen, zoals vermeld in artikel 2 van de Opiumwet. De rechtbank heeft vastgesteld dat de redelijke termijn voor de behandeling van de ontnemingsvordering aanzienlijk was overschreden, wat leidde tot een vermindering van het te ontnemen bedrag met 10%. De rechtbank heeft de draagkracht van de verdachte in overweging genomen, maar oordeelde dat hij onvoldoende aannemelijk had gemaakt dat hij in de toekomst geen draagkracht zou hebben. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, waarbij de rechters in tegenwoordigheid van de griffier de uitspraak hebben gedaan.