ECLI:NL:RBBRE:2012:BV6240
Rechtbank Breda
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van loon door werknemer tijdens ziekte
In deze zaak vorderde de werknemer, die tijdens zijn tweede ziektejaar 70% van zijn loon ontving, het volledige loon voor de uren die hij tijdens zijn ziekte had gewerkt. De werknemer was sinds 1 oktober 1993 in dienst bij Multiemployment en had ernstige rugklachten, waardoor hij niet in staat was om naar zijn werkplek te reizen. Hij had in de periode van medio 2007 tot medio 2009 afwisselend thuis gewerkt en was arbeidsongeschikt geweest. In januari 2011 onderging hij een rugoperatie en was volledig arbeidsongeschikt met een verwachte herstelperiode van zes maanden tot een jaar. Eind april 2011 werd hij in staat geacht om twee uur per dag thuis te werken, wat later werd verhoogd naar drie uur per dag. Multiemployment betaalde echter slechts 70% van het loon, ondanks dat de werknemer werkzaamheden verrichtte.
De rechtbank oordeelde dat de werknemer op grond van de wet en de geldende arbeidsvoorwaarden uitsluitend recht had op 70% van het loon, ook al had hij enige werkzaamheden verricht. Er was geen wettelijke grond voor een hogere vergoeding en het was niet aannemelijk dat de verrichte werkzaamheden een zodanige omvang en loonwaarde vertegenwoordigden dat een beloning van meer dan 70% van het loon gerechtvaardigd was. De vordering van de werknemer werd afgewezen, en hij werd veroordeeld in de proceskosten.
De uitspraak benadrukt de wettelijke regeling omtrent loon tijdens ziekte en de voorwaarden waaronder een werknemer recht heeft op een hoger loon bij gedeeltelijke arbeid tijdens ziekte. De rechtbank concludeerde dat er geen sprake was van een zodanige situatie dat Multiemployment als goed werkgever meer dan 70% van het loon verschuldigd zou zijn.