ECLI:NL:RBBRE:2012:BY5493
Rechtbank Breda
- Voorlopige voorziening
- M. Leijten
- A. van de Kreeke-Schütz
- Rechtspraak.nl
Vrijheid van meningsuiting versus journalistieke verantwoordelijkheid in kort geding over beschuldigingen aan financiële organisatie
In deze zaak, die voor de Rechtbank Breda is behandeld, staat de vrijheid van meningsuiting centraal in het kader van een kort geding. Eiseres, Dahabshiil Transfer Services Limited, een financiële organisatie met een hoofdkantoor in Londen, heeft gedaagde, een journalist en voorzitter van de Stichting Associated Somali Journalists (ASOJ), aangeklaagd vanwege een aantal publicaties op internet. Deze publicaties beschuldigen Dahabshiil van banden met terrorisme, het aanzetten tot moord en andere strafbare feiten. Dahabshiil vordert rectificatie van deze beschuldigingen en verwijdering van de publicaties, met een dwangsom als drukmiddel.
De voorzieningenrechter heeft in zijn vonnis geoordeeld dat de zaak zich niet leent voor een kort geding, gezien de ernst van de beschuldigingen en de fundamentele rol van vrijheid van meningsuiting. De rechter benadrukt dat er grote terughoudendheid moet worden betracht bij het nemen van beslissingen in kort geding, vooral wanneer het gaat om onderwerpen die van belang zijn voor het publieke debat, zoals terrorismebestrijding en veiligheid in Somalië. De rechter wijst erop dat de publicaties al geruime tijd geleden zijn geplaatst en dat een bodemprocedure meer op zijn plaats zou zijn geweest.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter de vorderingen van Dahabshiil afgewezen en de proceskosten aan de zijde van gedaagde begroot op € 1.176,50. Dit vonnis is openbaar uitgesproken op 29 november 2012, waarbij de rechter de uitvoerbaarheid van de kostenveroordeling bij voorraad heeft verklaard. De zaak illustreert de delicate balans tussen de bescherming van de vrijheid van meningsuiting en de bescherming van de reputatie van individuen en organisaties in het digitale tijdperk.