Uitspraak
Rechtbank den haag
1.De feiten
€ 58.987,--, onder de bepaling dat de eis in de hoofdzaak binnen veertien dagen na de beslaglegging moet worden ingesteld.
2.Het geschil
€ 150.000,-- (exclusief BTW) slechts verschuldigd is indien - na haar bemiddeling - alle aandelen in HKL Vastgoed zouden worden verkocht voor een totaalbedrag van € 1 miljoen. Van de courtage zou dan de helft voor rekening van BOAG Plangarant komen. Nu BOAG Plangarant zich heeft teruggetrokken, zijn alleen de aandelen van HKL Beheer in HKL Vastgoed verkocht, zodat [gedaagde] jegens [eiser] slechts aanspraak kan maken op de helft van het overeengekomen courtagebedrag (€ 75.000,--, exclusief BTW), waarvan de helft moet worden voldaan bij de levering van de aandelen en de andere helft na het verkrijgen van de omgevingsvergunning. Het eerste deel is inmiddels voldaan, terwijl ook het laatste deel na verlening van de vergunning zal worden betaald. [gedaagde] stelt zich ten onrechte op het standpunt dat [eiser] het totale courtagebedrag ad € 150.000,-- aan haar moet betalen. Het onder de notaris gelegde beslag dient dan ook te worden opgeheven en [gedaagde] moet worden verboden om ten laste van [eiser] conservatoir beslag te laten leggen onder Dumas, zoals door haar aangekondigd in de dagvaarding in de bodemprocedure.
3.De beoordeling van het geschil
€ 1 miljoen omdat in aanmerking moet worden genomen dat de koper ook schulden aan derden heeft overgenomen (pleitnota sub 13), welke stelling niet eerder is ingenomen en door [eiser] gemotiveerd is bestreden - is [eiser] het in de opdrachtbevestiging vermelde courtagebedrag ad € 150.000,-- verschuldigd, aldus [gedaagde].
"Artikel 21 Rv - Partijen zijn verplicht voor de beslissing van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid aan te voeren. Wordt deze verplichting niet nageleefd, dan kan de rechter daaruit de gevolgtrekking maken die hij geraden acht - geldt ook bij een beslagrekest (vergelijk HR 25 maart 2011,ECLI:NL:HR:2011:BO9675). (…) Zeker nu ex parte (zonder dat de gerekwestreerde eerst wordt gehoord) op een beslagrekest wordt beslist, kan misleiding door onvoldoende toelichting in het beslagrekest de voorzieningenrechter reden geven om een latere vordering tot opheffing van het beslag reeds om die reden toe te wijzen (vergelijk gerechtshof Amsterdam 22 november 2011,ECLI:NL:GHAMS:2011:BV7108en gerechtshof Amsterdam, 10 januari 2012,ECLI:NL:GHAMS:2012:BV0477)."