ECLI:NL:RBDHA:2014:10175
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag op grond van militaire dienstplicht en gewetensbezwaren
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 8 mei 2014 uitspraak gedaan in een asielprocedure van een Algerijnse eiser, geboren in 1992. De eiser had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning op basis van gewetensbezwaren tegen het vervullen van zijn militaire dienstplicht in Algerije. De rechtbank oordeelde dat de eiser niet aannemelijk had gemaakt dat hij bij terugkeer naar Algerije daadwerkelijk zijn militaire dienstplicht zou moeten vervullen. De rechtbank baseerde dit oordeel op de overgelegde informatie, waaruit bleek dat slechts een klein percentage van de dienstplichtigen in Algerije daadwerkelijk wordt opgeroepen. De rechtbank concludeerde dat de door eiser aangevoerde vrees voor dienstweigering niet voldoende was om zijn asielaanvraag te onderbouwen. Bovendien had de eiser niet aangetoond dat zijn gewetensbezwaren voortkwamen uit een godsdienstige of diepgewortelde overtuiging, maar waren deze gebaseerd op zijn waarnemingen in Europa. De rechtbank verwierp ook het beroep op een arrest van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens, omdat de situatie van eiser niet vergelijkbaar was met die van de betrokken persoon in dat arrest. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.