ECLI:NL:RBDHA:2014:12024

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
2 oktober 2014
Publicatiedatum
2 oktober 2014
Zaaknummer
2265453 RL EXPL 13-23893
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over de uitleg en nakoming van een parkeerabonnement tussen een bewoner en de exploitant van een parkeergarage

In deze zaak vordert eiser, een bewoner van het appartementencomplex De Resident in Den Haag, nakoming van zijn parkeerabonnement dat hij heeft afgesloten met PMN Muzenplein B.V. Eiser stelt dat Q-Park, de huidige exploitant van de parkeergarage, verplicht is om hem een parkeerabonnement aan te bieden onder dezelfde voorwaarden als die hij had bij PMN. De procedure begon met een incident in december 2013, gevolgd door een comparitie in maart 2014. Eiser heeft zijn vordering onderbouwd met verwijzingen naar de huurovereenkomst tussen Q-Park en Westinvest, waarin rechten van bewoners zijn vastgelegd. Q-Park heeft de vordering gemotiveerd weersproken, met de stelling dat zij vrij is om de voorwaarden van de abonnementen te bepalen.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat eiser een abonnement heeft afgesloten met PMN en dat Q-Park dit abonnement niet automatisch heeft overgenomen. De rechter oordeelt dat Q-Park weliswaar bekend is met de rechten van de bewoners, maar dat dit niet betekent dat zij gebonden is aan de specifieke voorwaarden van het abonnement dat eiser had bij PMN. De kantonrechter concludeert dat eiser mogelijk recht heeft op een abonnement tegen de vigerende huurprijs, maar dat dit niet betekent dat hij aanspraak kan maken op de specifieke voorwaarden die hij eerder had.

De zaak is aangehouden voor verdere bewijsvoering over de vraag of eiser gerechtigde is in de zin van de akte en de huurovereenkomst. De kantonrechter heeft eiser de gelegenheid gegeven om zijn vordering nader te onderbouwen, waarna Q-Park kan reageren. De beslissing over de proceskosten is aangehouden tot de uitkomst van deze bewijsvoering.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Team kanton Den Haag
at
Rolnummer: 2265453 RL EXPL 13-23893
2 oktober 2014

Vonnis in de zaak van:

[eiser],wonende te Den Haag,eisende partij,

tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheidQ-PARK EXPLOITATIE B.V.,

gevestigd te Amsterdam,
gedaagde partij,
gemachtigden: mrs. G. Abdulla en A. Rodewijk.
Partijen zullen hierna [eiser] en Q-Park worden genoemd.

Procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit het vonnis in het incident van 19 december 2013.
Vervolgens is bij mondeling vonnis een comparitie na antwoord gelast. De comparitie heeft plaatsgevonden op 27 maart 2014. [eiser] heeft ter comparitie schriftelijke aantekeningen en aanvullende producties overgelegd. Deze zijn in het procesdossier gevoegd. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van hetgeen ter comparitie is besproken.
Op 17 april 2014 heeft Q-Park een akte uitlating producties genomen.
Vervolgens is vonnis bepaald. De kantonrechter wijst erop dat de zaak, sinds deze voor vonnis staat, diverse malen is aangehouden. Dit heeft te maken met een vergelijkbare zaak die bij Team handel van de rechtbank Den Haag wordt behandeld. In die zaak is op 1 oktober 2014 vonnis gewezen.

Feiten

1.
Tussen 1997 en 2000 is de bouw van De Resident, een woon- en kantorencomplex gelegen te Den Haag, gerealiseerd door onder meer MAB/Bouwfonds LAVI-Kavel IV B.V. en MAB Bouwfonds LAVI-Kavel III B.V., thans LAVI-Kavel Beheer B.V., hierna LAVI. De Resident omvat verschillende woningcomplexen, waaronder complex ‘Sonata’. De complexen van De Resident zijn op verschillende momenten opgeleverd.
2.
[eiser] heeft in 1998 een koop- en aanneemovereenkomst gesloten met LAVI, voor een appartement gelegen in Sonata.
3.
Bij de bouw van De Resident heeft de gemeente Den Haag niet in parkeerbehoefte voorzien in de omgeving van De Resident. Daarom is bij het verlenen van de bouwvergunningen ten behoeve van De Resident door de gemeente bedongen dat en hoeveel parkeergelegenheid er moest worden gerealiseerd in het complex. Voorts is bepaald dat bewoners niet in aanmerking komen voor vergunningen belanghebbendenparkeren. Mede hierom is onder De Resident de parkeergarage Muzenplein (hierna: de parkeergarage) gerealiseerd, met aparte opgangen van en naar de parkeergarage ten behoeve van de bewoners.
4.
Omstreeks 30 juli 1998 hebben kopers van een woning in De Resident, waaronder [eiser], een brief van LAVI ontvangen waarin werd medegedeeld dat zij de mogelijkheid hadden een bewonersabonnement en bezoekerskaarten aan te schaffen voor de parkeergarage. Daarbij konden zij kiezen voor een stallingsabonnement voor een willekeurige parkeerplaats (geen vaste plek, hierna ook wel zwerfplaats genoemd) tegen een maandelijkse huurprijs dan wel een abonnement waarbij de huurprijs wordt afgekocht voor 5, 10 of 20 jaar. [eiser] stelt zich daarop bij LAVI aangemeld te hebben voor een parkeerabonnement.
5.
Op enig moment is LAVI met PMN Muzenplein B.V. (hierna: PMN) overeengekomen dat PMN de parkeergarage zou gaan exploiteren.
6.
Op 24 juni 1999 heeft een “kopersinformatie-avond” voor (onder andere) Sonata plaatsgevonden, waarbij LAVI en PMN vertegenwoordigd waren. Uit het verslag van de bijeenkomst blijkt, wat betreft het parkeren, het volgende:
  • een bewonersabonnement kost fl. 144,80 per maand (prijspeil 1/1/1999). Dit bedrag wordt geïndexeerd naar 1-1-2000 op basis van de dan bekende bouwkostenindex. Vervolgens vindt indexering plaats met de consumentenprijsindex CPI-laag;
  • de bewonersabonnementen kunnen worden afgekocht voor 5 jaar (fl. 8.000,=), 10 jaar (fl. 15.000,=) of 20 jaar (fl. 27.500,=);
  • bewoners hebben in beginsel recht op één abonnementsplaats (per woning);
  • het abonnement geeft recht op een gegarandeerde zwerfplaats in de parkeergarage;
  • bewoners kunnen voor fl. 10,= in- en uitrijkaarten kopen ten behoeve van het parkeren buiten de openingstijden (bezoekerskaarten);
  • tijdens de openingstijden is in de parkeergarage een parkeerwachter aanwezig;
  • toegang tot de parkeergarage, ook via de voetgangersingangen, is alleen mogelijk met een geldige parkeerkaart.
7.
In de tussen LAVI en PMN gesloten huurovereenkomst (hierna: de PMN huurovereenkomst) is het volgende bepaald:
1.2
Het gehuurde mag uitsluitend worden gebruikt als een parkeergarage voor het parkeren van maximaal 354 motorrijtuigen. Het aanbieden van parkeerfaciliteiten zal geschieden aan (…), bewoners van koopwoningen, (…) alsmede als openbare parkeergarage, een en ander als beschreven in bijlage 5 en met inachtneming van het gestelde in artikel 10.4 van deze overeenkomst.
(…)
10.4
Exploitatie parkeergarage
De exploitatie van de parkeergarage zal geschieden met inachtneming van de gerechtvaardigde belangen van de (…), bewoners van koopwoningen (…). Huurder zal de noodzakelijke aanwijzingen van de verhuurder gedaan in het belang van genoemde (…), bewoners (…) steeds stipt opvolgen. De inhoud van de reeds gegeven aanwijzingen omtrent ter beschikking te houden parkeerplaatsen en de parkeertarieven zijn als bijlage 4 aan deze overeenkomst gehecht. Voor nadere aanwijzingen in de toekomst geldt dat huurder deze slechts zal behoeven op te volgen indien en voor zover zijn exploitatieresultaat daardoor niet negatief zal worden beïnvloed.
8.
Bijlage 4 bij de PMN huurovereenkomst is door partijen niet in het geding gebracht. Bijlage 5 bij de PMN huurovereenkomst heeft, voor zover in deze procedure van belang, de volgende inhoud:
“(…)
Bijlage 5:
Abonnementen en kort parkeerplaatsen (…)
Datum ingang
Aantal parkeerplaatsen in garage:
Muzenplein (354 partijen)
Datum oplevering
Juli 1998
abonnementen woningen
cluster 1
cluster 7.1
cluster 7.2
cluster 8.1c
cluster 8.2
cluster 8.3
SUBTOT.ABONNEMENTEN
BEZETTING OVERDAG 35%
(…)
40
36
26
22
39
46
209
73
(…)”
9.
LAVI heeft de parkeergarage in verhuurde staat verkocht aan Westinvest Gesellschaft Für Investmentfonds GmbH (hierna: Westinvest). De parkeergarage is op 29 juni 2000 aan Westinvest geleverd. De notariële akte van levering (hierna: de akte) heeft, voor zover relevant, de volgende inhoud:
1.
Definities
In deze akte wordt verstaan onder (…)
-
de ‘Gerechtigden’:
de eigenaren, gebruikers, casu quo andere gerechtigden tot één of meerdere parkeerplaats(en) in de zich in het Verkochte bevindende Muzenpleingarage, zoals bedoeld in sub 13;
-
het ‘Project:
het mede door de Verkoper te ontwikkelen en realiseren project ‘De Resident” te ‘s-Gravenhage, waarvan het verkochte en de daarop en daaromheen te ontwikkelen en realiseren bebouwing deel uitmaken, op een terrein te ’s-Gravenhage gelegen tussen Herengracht / Zwarteweg en Muzenstraat;
-
de Turnkey-overeenkomst:
de op negentwintig juni 2000 tussen Verkoper en Koper gesloten overeenkomst inzake onder andere de in het verkochte gerealiseerde parkeergarage, van welke overeenkomst een kopie als
Bijlage Iaan deze akte wordt gehecht. (…)
13.
Parkeerbepaling/Kwalitatieve verplichting/Kettingbeding
13.1.
Koper is bekend met de door Verkoper, casu quo aan Verkoper gelieerde vennootschappen, gesloten overeenkomsten inzake de rechten van derden om gebruik te kunnen maken van de parkeerfaciliteiten in het Verkochte. Welke derden deze rechten toekomen is onder andere aangegeven in de bijlage 5 van de door Verkoper met PMN Muzenplein B.V. gesloten huurovereenkomst inzake het Verkochte van welke huurovereenkomst een kopie is gehecht aan de Turnkey-Koopovereenkomst.
13.2.
Koper is, ten aanzien van de van het Project deel uitmakende clusters 1, 7.1, 7.2, 8.1.c, 8.2 en 8.3 bekend met het bepaalde voorkomende in de met de kopers van deze appartementsrechten gesloten overeenkomsten waarin woordelijk voorkomt, luidende:
“Verkrijger heeft tot de datum van oplevering het recht tot afname van een abonnement met betrekking tot de huur van een parkeerplaats in de nabijgelegen Muzenpleingarage op basis van de vigerende huurprijzen.”
Overigens zal bedoelde verkrijger met wie wordt bedoeld de eigenaar casu quo gebruiker van een in de vorige zin bedoeld appartementsrecht gelijk gesteld worden met de eigenaar casu quo gebruiker van een appartementsrecht van de in dit sub bedoelde clusters en zal het recht tot afname van een abonnement ook gelden voor de rechtsopvolgers in de eigendom van de appartementsrechten als in dit sub bedoeld. (…)
13.7.
Koper en Verkoper, deze laatste tevens handelende als zaakwaarnemer voor de Gerechtigden komen bij deze overeen een kwalitatieve verplichting, zoals bedoeld in artikel 6:252 Burgerlijk Wetboek, inhoudende dat Koper als eigenaar van het Verkochte duldt dat de Gerechtigden of hun rechtsopvolgers parkeerplaatsen in het Verkochte houden ieder onder de voorwaarden als vermeld in het sub 13.1 tot en met 13.6 bepaalde.
Het in de vorige zin bedoelde zal als kwalitatieve verplichting overgaan op de rechtsopvolgers van Koper in de eigendom van het Verkochte.
Bij iedere overdracht, overgang en ingebruikgeving uit welke hoofde dan ook - geheel of gedeeltelijk - van het Verkochte zal het in de eerste zin van dit sub 13.7. bepaalde niettemin uitdrukkelijk ten behoeve van de Gerechtigden of hun rechtsopvolgers als kettingbeding worden opgelegd en namens de Gerechtigden of hun rechtsopvolgers worden aanvaard.
Koper garandeert Verkoper dat zij alle afspraken gemaakt door Verkoper of aan verkoper gelieerde vennootschappen inzake het gebruik van het Verkochte zal nakomen en Verkoper te vrijwaren voor aanspraken van derden dienaangaande. Koper verbindt zich jegens Verkoper om bij de overdracht, overgang en ingebruikgeving, uit welken hoofde dan ook - geheel of gedeeltelijk - van het Verkochte, het in de eerste zin van dit sub 13.7 bepaalde uitdrukkelijk ten behoeve van de Gerechtigden of hun rechtsopvolgers aan rechtsopvolger van Koper als kettingbeding op te leggen en namens de Gerechtigden of hun rechtsopvolgers te aanvaarden, zulks op straffe van een direct en zonder ingebrekestelling opeisbare boete van een miljoen zevenhonderdduizend gulden (NLG. 1.700.000,--) ten behoeve van Verkoper.
13.8.
Verkoper zal Koper éénmalig op éénendertig december tweeduizend drie, een schriftelijk overzicht verschaffen van alle - op dat moment door Gerechtigden - ingebruik genomen parkeerplaatsen in het Verkochte.
13.9.
Koper en Verkoper komen ten aanzien van het Verkochte tevens nog overeen dat indien mocht blijken dat derden aanspraak maken op parkeerfaciliteiten in het Verkochte welke hierboven niet zijn vermeld Koper in overleg met Verkoper en deze derde(n) zich ervoor zal inspannen dat een voor alle betrokkenen aanvaardbare oplossing wordt bereikt.(…)”
10.
Q-Park houdt zich bezig met het beheer van parkeerfaciliteiten. Q-Park is met ingang van 1 januari 2011 exploitant van de parkeergarage. Tussen Westinvest en Q-Park bestaat daartoe een huurovereenkomst (hierna: de Q-Park huurovereenkomst). Deze op 4 augustus 2009 gesloten huurovereenkomst ziet op huur van de parkeergarage van 1 januari 2011 tot 31 december 2030.
11.
De Q-Park huurovereenkomst bevat, onder meer, de navolgende bepalingen:
1.2Het gehuurde zal door of vanwege Huurder worden geëxploiteerd als parkeeraccommodatie conform het Q-Park parkeerconcept (…)
8.3Het Gehuurde wordt aan het einde van de Huurovereenkomst geheel ontruimd, vrij van gebruik en gebruiksrechten (behoudens nog lopende verplichtingen inzake parkeerovereenkomsten), (…)
14.1Huurder zal in de exploitatie van het gehuurde voorzien, geheel naar eigen inzicht, doch in ieder geval in de vorm van:
 Kortparkeren: (…)
 Langparkeren: (…)
15.2Gedurende drukke momenten zal huurder zorg dragen voor adequaat toezicht in het gehuurde middels de aanwezigheid van één of meer parkeerwachters in het gehuurde. Buiten deze tijden zal het gehuurde zijn verbonden met de Q-Park Control Room (QCR) van Huurder. (…)
16.1Huurder is vrij in de vaststelling van de parkeertarieven voor kort en lang parkeren, waarbij Huurder evenwel gehouden is de lopende abonnementen (
bijlage 5) tegen de daarvoor overeengekomen vroegste einddatum voort te zetten tegen de daarvoor geldende voorwaarden.
16.2Huurder is bekend met de afspraken met betrekking tot abonnementen welke zijn vastgelegd in de akte van levering van 29 juni 2000, te weten het beschikbaar houden van (…)
 54 abonnementen tegen het dan geldende marktconforme tarief. (…)
Het is Huurder voorts bekend dat voor 3 abonnementen de vergoeding is afgekocht tot en met 31 december 2020. (…)
21.4Eigendom, recht van opstal en erfdienstbaarheden: Huurder verklaart zich bekend te zijn met het bepaalde in de akte van levering inzake rechten en verplichtingen met betrekking tot eigendom, opstalrechten en erfdienstbaarheden alsmede door gebouweigenaar overgenomen verplichtingen van de vorige eigenaar die invloed zouden kunnen hebben op de verhuur van het gehuurde een en ander als nader omschreven in de akte van levering bijlage 1. (…)
12.
Als bijlage 1 is de onder 9. genoemde akte aan de Q-Parkhuurovereenkomst gehecht.
13.
Bij brief van 3 december 2010 heeft Q-Park aan de abonnementhouders van de parkeergarage als volgt bericht:
(…) Wij zijn trots te kunnen melden dat wij per 1 januari 2011 tevens exploitant zijn van parkeergarage Muzenplein te Den Haag. Middels deze brief laten wij u graag kennismaken met Q-Park en informeren wij u over praktische zaken omtrent de overname. (…)
Om de overname voor u zo soepel mogelijk te laten verlopen, zal Q-Park uw abonnement, uiteraard tegen het huidige tarief, per 1 januari 2011 automatisch overnemen. Vanaf deze datum zullen ook de Algemene Voorwaarden van Q-Park van toepassing zijn. (…)
14.
Bij brief van 30 december 2010 heeft Q-Park aan de abonnementhouders van de parkeergarage bericht:
“(…) Recentelijk hebben er gesprekken plaatsgevonden met enkele afgevaardigden van de vereniging van eigenaren. Naar aanleiding van deze gesprekken willen wij enige onduidelijkheid bij u wegnemen.

Bezoekersregeling

De bezoekersregeling die door P1 gehanteerd werd, zal per 1 januari 2011 komen te vervallen. (…)

Abonnementstarief

Vanaf 1 januari 2011 neemt Q-Park automatisch de lopende abonnementen over tegen de reeds geldende financiële voorwaarden. Daarbij zullen wij gedurende het eerste abonnementsjaar geen tariefwijzigingen doorvoeren. Vanaf 1 januari 2012 gelden ook de Algemene Voorwaarden van Q-Park, (…) Hierin kunt u de overige bepalingen met betrekking tot tariefwijzigingen terugvinden.

Afgekochte parkeerplaats

Abonnementshouders die hun parkeerplek voor 10 of 20 jaar hebben afgekocht, vallen onder een aparte regeling. Deze wordt, voor zolang het contract loopt, één op één door Q-Park overgenomen.
(…)
Renovatie parkeergarage
(…) In januari 2011 wordt een eerste kwaliteitsslag gemaakt met het vervangen van de parkeerapparatuur, het plaatsen van beveiligingscamera’s en de aansluiting op de Q-Park Control Room. (…)”
15.
Bij brief van 28 november 2011 heeft Q-Park aan [eiser] meegedeeld – zakelijk weergegeven – dat de parkeertarieven met ingang van 1 januari 2012 zullen worden verhoogd tot een bedrag van € 87,15 per maand.

Geschil

16.
[eiser] vordert bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
op grond van artikel 3:296 Burgerlijk Wetboek (BW) nakoming van de verplichting te dulden dat bewoners parkeerplaatsen houden in de Muzenpleingarage;
Q-Park te verbieden hem de toegang te blokkeren, op straffe van een dwangsom van € 500,= per dag dat de blokkade duurt;
veroordeling van Q-Park tot betaling van, primair, een bedrag van € 1.616,82 en, subsidiair, de verhoging van € 82,75, op grond van de eerder overeengekomen invulling van het parkeerrecht;
Q-Park te verplichten tot levering van een niet beperkte uitrijkaart voor bezoekers van [eiser], primair om niet, althans subsidiair voor € 6,= per stuk;
Q-Park te verbieden intimiderende en disproportionele maatregelen te nemen ter inning van vorderingen op straffe van € 1.000,= per gebeurtenis;
veroordeling van Q-Park in de proceskosten.
17.
De kantonrechter begrijpt (met Q-Park) de vordering en de grondslag daarvan aldus dat [eiser] – zakelijk weergegeven − van mening is dat Q-Park gehouden is om hem een parkeerabonnement te bieden tegen dezelfde voorwaarden als waartegen PMN hem een parkeerabonnement heeft geboden tot 1 januari 2011.
18.
Q-Park heeft de vordering gemotiveerd weersproken. Op de stellingen van partijen zal hierna, voor zover van belang, nader worden ingegaan.

Beoordeling

19.
De kantonrechter stelt vast dat [eiser] een parkeerabonnement heeft gesloten met PMN onder de voorwaarden zoals hiervoor weergegeven onder 6. [eiser] lijkt zich op het standpunt te stellen dat de overeenkomst tussen hem en PMN is overgenomen door Q-Park op de wijze zoals bedoeld in artikel 6:159 BW. De kantonrechter verwerpt dit standpunt als onvoldoende onderbouwd. Contractsoverneming zoals bedoeld in artikel 6:159 BW vergt een akte tussen PMN en Q-Park en gesteld noch gebleken is dat een dergelijke akte tussen deze partijen is gesloten. Voor contractsoverneming is bovendien de medewerking van [eiser] vereist en evenmin is gesteld of gebleken dat deze medewerking van hem is gevraagd of door hem is verleend.
20.
De kantonrechter is van oordeel dat de gang van zaken aldus moet worden geduid dat Q-Park [eiser] een nieuw parkeerabonnement heeft aangeboden. Dat dit aanbod is aanvaard door [eiser] blijkt uit de omstandigheid dat hij gebruik maakt van de parkeerfaciliteiten van Q-Park en dat hij daarvoor aan Q-Park betaalt (daargelaten het geschil tussen partijen over het abonnementstarief, dat verderop in dit vonnis aan de orde zal komen).
21.
Wat partijen verdeeld houdt is het antwoord op de vraag of [eiser] jegens Q-Park aanspraak kan maken op een parkeerabonnement tegen dezelfde voorwaarden als het abonnement dat hij had bij PMN.
22.
Volgens [eiser] moet de vraag bevestigend worden beantwoord. Hij verwijst daarbij naar artikel 21.4 van de Q-Park huurovereenkomst en artikel 13 van de akte en stelt dat Q-Park deze bepalingen schendt en daarmee onrechtmatig handelt jegens hem. Q-Park stelt zich – zakelijk weergegeven − op het standpunt dat bedoelde bepalingen meebrengen dat zij heeft te dulden dat abonnementen van bewoners worden gecontinueerd, maar dat het haar vrij staat de voorwaarden waartegen de abonnementen worden voortgezet, waaronder de abonnementstarieven, in te vullen.
23.
De kantonrechter overweegt het volgende. In artikel 21.4 van de Q-Park huurovereenkomst verklaart Q-Park zich bekend met de akte en meer in het bijzonder met de “door gebouweigenaar overgenomen verplichtingen van de vorige eigenaar die invloed zouden kunnen hebben op de verhuur van het gehuurde een en ander als nader omschreven in de akte”. De akte is als bijlage 1 gehecht aan de Q-Park huurovereenkomst. Dit betekent dat Q-Park ook bekend was, althans bekend moet worden geacht, met het bepaalde in artikel 13 van de akte. Voorts wordt in artikel 16.2 van de Q-Park huurovereenkomst melding gemaakt van 54 parkeerabonnementen “tegen het dan geldende marktconforme tarief”.
24.
Beoordeeld moet worden welke betekenis bedoelde bepalingen hebben in de relatie tussen [eiser] en Q-Park. De kantonrechter is van oordeel dat met artikel 21.4 van de Q-Parkhuurovereenkomst (tussen Westinvest en Q-Park) is beoogd de bestaande aanspraken op parkeerfaciliteiten van de gebruikers daarvan te waarborgen gedurende de periode dat Q-Park de parkeergarage zal exploiteren. Q-Park is door middel van de Q-Parkhuurovereenkomst en de daaraan gehechte akte bekend met deze aanspraken. Aldus is sprake van een derdenbeding zoals bedoeld in artikel 6:253 BW. Immers, voldoende voor een derdenbeding is dat de ene partij (Westinvest) het recht ten behoeve van de derde ([eiser]) bedingt, zijn wederpartij (Q-Park) zich dienovereenkomstig jegens de derde ([eiser]) verbindt en die derde het beding aanvaardt. Gelet op de zijn stellingen gaat de kantonrechter ervan uit dat [eiser] het beding (stilzwijgend) heeft aanvaard.
25.
Vervolgens moet worden onderzocht welke rechten [eiser] jegens Q-Park kan doen gelden, op basis van het derdenbeding. Hiervoor is het noodzakelijk het bepaalde in artikel 13 van de akte (zoals hiervoor weergegeven onder 9.) uit te leggen, nu dat artikel betrekking heeft op rechten van derden om gebruik te kunnen maken van parkeerfaciliteiten. De kantonrechter zal hierbij toepassing geven aan het in latere jurisprudentie nader uitgewerkte Haviltexcriterium [1] , dat inhoudt dat voor de uitleg van betekenis van (bepalingen uit) een overeenkomst niet uitsluitend moet worden gekeken naar de taalkundige betekenis, maar ook naar de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan deze bepalingen mochten toekennen en naar hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Nu LAVI en Westinvest geen partij zijn in deze procedure, Q-Park geen partij is bij de akte en het bovendien allemaal professionele partijen zijn, zal niettemin vooral betekenis toekomen aan de tekst van de akte.
26.
LAVI is bij het sluiten van de akte opgetreden als zaakwaarnemer van “de gerechtigden”. Dit betekent dat de gerechtigden rechtstreeks partij zijn geworden bij de in de akte overeengekomen afspraken (voor zover die hen aangaan).
27.
Op grond van de definitie van “gerechtigde” in artikel 1 van de akte in samenhang met het bepaalde in artikel 13 daarvan is de kantonrechter van oordeel dat gerechtigden (in ieder geval) diegenen zijn die (een) appartementsrecht(en) hebben gekocht in de Resident en vóór de datum van oplevering van dat appartement kenbaar hebben gemaakt dat zij aanspraak wensen te maken op een parkeerabonnement in de parkeergarage en aldus gebruik hebben gemaakt van het daartoe strekkende en blijkens artikel 13.2 van de akte in de koop- en aanneemovereenkomst opgenomen recht.
28.
De kantonrechter begrijpt uit de dagvaarding dat [eiser] zich op het standpunt stelt dat hij gerechtigde is in bovengenoemde zin. Q-Park heeft dit betwist. De kantonrechter laat [eiser] toe tot het bewijs dat hij gerechtigde is in de zin dat hij voorafgaand aan de oplevering van zijn appartement aanspraak heeft gemaakt op een parkeerabonnement in de parkeergarage.
Wanneer [eiser] geen gerechtigde is
29.
Mocht vast komen te staan dat [eiser] geen gerechtigde is in bovengenoemde zin, dan is Q-Park jegens hem niet gehouden tot nakoming van het bepaalde in de akte en zullen zijn vorderingen worden afgewezen. [eiser] zal in dat geval worden veroordeeld in de proceskosten.
Wanneer [eiser] wel gerechtigde is
30.
Voor zover vast komt te staan dat [eiser] wel gerechtigde in bovenvermelde zin is, geldt het navolgende.
31.
Overeengekomen is dat Westinvest duldt dat de gerechtigden of hun rechtsopvolgers parkeerplaatsen in de parkeergarage houden, ieder onder de voorwaarden als vermeld in het in 13.1 tot en met 13.6 van de akte bepaalde (13.7, eerste zin, van de akte). De kantonrechter stelt vast dat het bepaalde in 13.3 tot en met 13.6 van de akte [eiser] niet aangaat, de bepalingen zien niet op woningen in de Resident. In artikel 13.1 van de akte is, samengevat, bepaald dat Westinvest bekend is met de PMN huurovereenkomst, in het bijzonder met de daaraan gehechte bijlage 5. Daargelaten of Q-Park ten tijde van het sluiten van de Q-Park huurovereenkomst bekend was met de PMN huurovereenkomst en bijlage 5 daarbij (Q-Park ontkent dat), stelt de kantonrechter vast dat in die bijlage slechts wordt vermeld hoeveel parkeerabonnementen per cluster aangevraagd zijn. In de bijlage wordt niets vermeld over de voorwaarden waartegen de parkeerabonnementen aangeboden zullen worden. In artikel 13.2 van de akte is een beding opgenomen, overgenomen uit de koop- en aanneemovereenkomsten zoals gesloten met de (destijds) toekomstige bewoners (gerechtigden). Het uit de koop- en aanneemovereenkomst overgenomen beding behelst een recht tot afname van een parkeerabonnement in de parkeergarage “op basis van vigerende huurprijzen”. Uit de bepaling volgt niet dat gerechtigden meer specifieke aanspraken kunnen doen gelden ten aanzien van een parkeerabonnement.
32.
Het voorgaande betekent naar het oordeel van de kantonrechter dat Q-Park jegens de gerechtigden als bedoeld in de akte gehouden is tot het verschaffen van een parkeerabonnement met parkeerplaats in de Muzenpleinparkeergarage tegen de “vigerende huurprijs”. In het algemeen spraakgebruik betekent vigerend: thans geldend of van kracht zijnd. Het begrip moet (ook in de relatie tussen Q-Park en [eiser]) zo worden begrepen dat ermee wordt teruggegrepen naar de prijs die [eiser] betaalde vanaf de feitelijke aanvang van het gebruik van de parkeerfaciliteiten en dat aldus het oorspronkelijke, door PMN gehanteerde bewonerstarief, als uitgangspunt heeft te gelden. Nu het gaat om een periodiek weerkerende betaling, moet vigerend niet zo worden uitgelegd dat iedere toekomstige aanpassing (verhoging) is uitgesloten. [eiser] heeft dit ook niet betoogd. Gelet op voormelde uitleg ziet de kantonrechter, met [eiser], aanleiding om aan te sluiten bij de consumentenprijsindex van het CBS, welke index de prijsontwikkeling weergeeft van goederen en diensten die Nederlandse huishoudens aanschaffen voor consumptie en die veel wordt gebruikt door het bedrijfsleven en de overheid, onder meer voor de indexering van huurprijzen. De slotsom is dat het beding in de akte aldus worden uitgelegd dat daarmee wordt bedoeld dat de gerechtigden recht hebben op een parkeerplaats in de Muzenpleinparkeergarage, tegen betaling van het abonnementstarief geldend op het moment van ondertekenen van de koop- en aanneemovereenkomst, (jaarlijks) te vermeerderen met het consumentenprijsindexcijfer van het CBS.
33.
Aan de overige voorwaarden, waartegen PMN parkeerabonnementen heeft aangeboden, is Q-Park niet gebonden, nu deze niet tot uitdrukking komen in de Q-Park huurovereenkomst en de akte. Dit geldt in het bijzonder ook voor het aanbieden van een bezoekerskaart tegen een tarief van (thans) circa € 6,= per maand. De mededelingen die Q-Park heeft gedaan aan gebruikers van de parkeergarage bij brief van 3 december 2010 hebben naar het oordeel van de kantonrechter voorts niet het gerechtvaardigde vertrouwen kunnen wekken dat de voorwaarden voor gebruik van de parkeergarage ook overigens ongewijzigd zouden blijven.
34.
Het voorgaande laat de mogelijkheid dat Westinvest heeft verzuimd aan Q-Park op te dragen dat zij deze voorwaarden heeft te respecteren onverlet. Nu Westinvest in deze procedure geen partij is, moet dat verder in het midden blijven.
35.
Beoordeeld dient te worden wat het voorgaande betekent voor de vordering zoals geformuleerd door [eiser].
36.
De kantonrechter begrijpt de vorderingen van [eiser] zoals bedoeld onder 16. A. en 16. B. aldus dat hij gebruik wenst te (blijven) maken van de parkeergarage, en dat hem daartoe toegang wordt verschaft tot de parkeergarage, tegen het tarief zoals dat gold toen hij een abonnement had met PMN, vermeerderd met de consumentenprijsindex van het CBS. Dit deel van de vordering zal worden toegewezen, indien vast komt te staan dat [eiser] gerechtigde is.
37.
Daarnaast wenst [eiser] dat het tot op heden te veel aan Q-Park betaalde, volgens [eiser] een bedrag van primair € 1.616,82 en subsidiair € 82,75 terug betaald wordt. Het primair gevorderde bedrag betreft de volledige abonnementsgelden die [eiser] van 1 januari 2012 tot en met juni 2013 aan Q-Park heeft betaald. Dit bedrag kan niet worden toegewezen. [eiser] is voor gebruik van de parkeergarage immers abonnementsgelden aan Q-Park verschuldigd. Q-Park is in het geval [eiser] aangemerkt dient te worden als gerechtigde wel gehouden tot terugbetaling aan [eiser] van het vanaf 1 januari 2012 teveel betaalde (het verschil tussen de consumentenprijsindex van het CBS en het door Q-Park gehanteerde indexcijfer). Naar het oordeel van de kantonrechter heeft [eiser] dit bedrag, volgens hem gaat het om € 82,75, onvoldoende (duidelijk) onderbouwd. [eiser] krijgt de gelegenheid om zijn vordering op dit punt nader te onderbouwen, waarna Q-Park mag reageren.
38.
Zoals hiervoor onder 33. uiteengezet behoort het verstrekken van een bezoekerskaart tegen een tarief van € 6,= per maand niet tot de afspraken waaraan ook Q-Park gebonden is, zodat het onder 16. D. bedoelde deel van de vordering zal worden afgewezen.
39.
Daargelaten dat de kantonrechter niet is gebleken dat Q-Park bij haar incassopogingen onrechtmatig heeft gehandeld jegens [eiser], zal het onder 16. E. bedoelde deel van de vorderingen wegens onvoldoende bepaalbaarheid worden afgewezen.
40.
Als komt vast te staan dat [eiser] gerechtigde is zal Q-Park als de overwegend in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten.
Voortgang procedure
41.
[eiser] zal in de gelegenheid worden gesteld om zich uit te laten over de onderwerpen zoals bedoeld onder 28. en onder 37. van dit vonnis. De zaak zal daartoe worden verwezen naar de rol van 30 oktober 2014. Q-Park zal in de gelegenheid worden gesteld om te reageren.
42.
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

Beslissing

De kantonrechter:
- verwijst de zaak naar de rol van 30 oktober 2014 te 11.00 uur voor een akte aan de zijde van [eiser] met betrekking tot hetgeen in de onderdelen 28. en 37. van dit vonnis is uiteengezet;
- houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door kantonrechter mr. J.J. Willemsen en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 2 oktober 2014.

Voetnoten

1.Hoge Raad 13 maart 1981, NJ 1981, 635