Uitspraak
Rechtbank den haag
1.De procedure
2.De feiten
6.De garantie als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de OLW
8.Niet-ontvankelijkheidsverweer
9.Slotsom
3.Het geschil
primairde Staat te bevelen om niet te voldoen aan het verzoek tot overlevering van de Italiaanse autoriteiten c.q. de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 17 maart 2015, althans
subsidiairaan deze uitspraak niet te voldoen totdat prejudiciële vragen zijn beantwoord omtrent het opnieuw behandelen van en beslissen op het EAB van 4 oktober 2010, althans
meer subsidiairaan deze uitspraak niet te voldoen totdat de Italiaanse autoriteiten uitdrukkelijk en gespecificeerd hebben gegarandeerd dat hem de medische zorg zal worden geboden die zijn medische conditie vereist, een en ander met veroordeling van de Staat in de proceskosten.
4.De beoordeling van het geschil
en er ook overigens geen weigeringsgronden aan de overlevering in de weg staan’vanuit te worden gegaan dat de rechtbank Amsterdam deze toets ook daadwerkelijk heeft aangelegd. Bij die van stand van zaken staat artikel 29, tweede lid, OLW eraan in de weg dat in deze procedure de overlevering van [eiser] opnieuw aan voormelde verdragsbepalingen wordt getoetst. De Staat heeft er met juistheid op gewezen dat [eiser] de door hem gestelde dreigende schending van voormelde artikelen van het EVRM, gelet op het feit dat Italië partij is bij het EVRM, aan de orde dient te stellen in de in Italië te doorlopen strafrechtelijke procedure.