Uitspraak
Rechtbank den haag
1.De procedure
2.Het incident tot tussenkomst dan wel voeging
3.De feiten
Ten aanzien van “Beoordeling en gunning”
Ten aanzien van “Beoordeling van de inschrijvingen”
Ten aanzien van “Procedurevoorschriften”
“Het bedrag waarvoor dient te worden ingeschreven om voor loting in aanmerking te komen zal naar alle waarschijnlijkheid € 0,87 gaan bedragen. Met dat bedrag kunnen noodzakelijke verschotten voor GBA en raadplegen beslagregister niet worden gedekt. Is op termijn evaluatie/herziening te verwachten?”
Naar verwachting zal de gehele branche met een tarief van 0,87 eurocent inschrijven en zal loting bepalen wie welke percelen krijgt toegewezen. Na de loting en het verstrijken van de alcatel termijn is dan de uitkomst van de loting bindend?”
“Gelet op de ingetrokken aanbestedingsprocedure is het zeer waarschijnlijk dat het grootste deel van de inschrijvers op een bedrag van 0,87 per aangeleverde titel inschrijft. Van de aanbestedingsprocedure blijft dan niets meer over dan een loterij. Wat vindt de Aanbestedende dienst hiervan? Hoe verhoudt deze situatie zich tot het mededingingsrecht, meer specifiek in hoeverre is er nog sprake van mededinging in een zodanig aanbestedingsprocedure?”
“met dien verstande dat de termijn voor het aanhangig maken van een kort geding zoals bedoeld in paragraaf 2.1.1 van de Procedurevoorschriften sub “Tegenstrijdigheden” gehandhaafd blijft.”
4.Het geschil
primairhet CJIB te verbieden de aanbestedingsprocedure voort te zetten en te gebieden om, indien het CJIB de opdracht nog wenst te vergeven, een nieuwe aanbestedingsprocedure te organiseren met inachtneming van de Aanbestedingswet 2012 en
subsidiairhet CJIB te verbieden de aanbestedingsprocedure ongewijzigd voort te zetten en te gebieden de voorwaarden van de aanbesteding aan te passen en potentiële inschrijvers transparantie hierover te verschaffen, met veroordeling van het CJIB in de proceskosten, waaronder de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.