ECLI:NL:RBDHA:2015:11786
Rechtbank Den Haag
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Aanbesteding baarmoederhalskankeronderzoek en de rol van adviseur met zakelijke belangen
In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van een aanbesteding voor baarmoederhalskankeronderzoek, heeft de Rechtbank Den Haag op 8 oktober 2015 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Hologic Netherlands B.V. en de Staat der Nederlanden, met Roche Diagnostics Nederland B.V. als tussenkomende partij. Hologic vorderde onder meer dat de Staat zou worden verboden de opdracht aan Roche of een andere partij te gunnen, en dat de aanbestedingsprocedure opnieuw zou worden opgestart. Hologic stelde dat de adviseur van de Gezondheidsraad, prof. [A], zakelijke belangen had verzwegen, wat de objectiviteit van het advies in twijfel zou trekken. De rechtbank oordeelde echter dat de bezwaren van Hologic niet opnieuw beoordeeld hoefden te worden, ondanks de onthullingen over prof. [A]. De rechtbank concludeerde dat de eerdere uitspraken van de voorzieningenrechter en het gerechtshof gezag van gewijsde hebben en dat de bezwaren van Hologic tegen de aanbestedingseisen niet tot herbeoordeling leiden. Hologic werd niet-ontvankelijk verklaard in haar vorderingen, en Roche werd veroordeeld in de proceskosten van de Staat en Hologic. De rechtbank benadrukte dat de rol van prof. [A] niet leidde tot een ander oordeel over de aanbestedingseisen, en dat de keuze voor DNA-detectie als vereiste voor de hrHPV-test gerechtvaardigd was op basis van het advies van de Gezondheidsraad.