ECLI:NL:RBDHA:2015:14569
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag en inreisverbod wegens persoonlijke betrokkenheid bij misdrijven in Syrië
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 11 december 2015 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, die van eind 2008 tot begin juli 2012 als chauffeur bij de politie in Aleppo werkzaam was, een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie had deze aanvraag afgewezen en een inreisverbod van tien jaar opgelegd, op grond van artikel 1(F) van het Vluchtelingenverdrag, omdat eiser persoonlijk verantwoordelijk zou zijn voor misdrijven die tijdens de onderdrukking van vreedzame demonstraties in Syrië zijn gepleegd. Eiser betwistte deze beschuldiging en stelde dat hij slechts een marginale rol had en zich onmiddellijk had onttrokken aan het geweld. De rechtbank oordeelde dat de verklaringen van eiser onvoldoende bewijs boden voor zijn persoonlijke verantwoordelijkheid, maar dat de rechtsgevolgen van het besluit in stand konden blijven. De rechtbank vernietigde het inreisverbod, maar handhaafde de rechtsgevolgen ervan, en verklaarde het beroep tegen de afwijzing van de asielaanvraag niet-ontvankelijk. De rechtbank veroordeelde de staatssecretaris in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 980,-.