ECLI:NL:RBDHA:2015:15873
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige vreemdelingenbewaring en schadevergoeding na niet-conform besluit
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 3 december 2015 uitspraak gedaan in een beroep tegen de maatregel van vreemdelingenbewaring van eiser, die op 26 oktober 2015 was ingesteld door de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. Eiser was staande gehouden in het kader van het Mobiel Toezicht Veiligheid (MTV) en had beroep ingesteld tegen de rechtmatigheid van deze maatregel. De rechtbank oordeelde dat het ambtsbericht, dat ten grondslag lag aan het besluit van 16 oktober 2015, onvoldoende concrete aanwijzingen bevatte voor een aanzienlijke toename van illegaal verblijf na grensoverschrijding. De rechtbank benadrukte dat het criterium niet alleen de instroom van asielzoekers betreft, maar dat er ook concrete en feitelijke onderbouwing moet zijn voor de verwachting van illegaal verblijf. Aangezien het besluit niet voldeed aan de eisen van artikel 4.17b van het Vreemdelingenbesluit, werd het besluit onverbindend verklaard. Dit leidde tot de conclusie dat de staandehouding van eiser in strijd met de wet was en dat de maatregel van bewaring opgeheven moest worden. De rechtbank kende eiser een schadevergoeding toe van € 3.065,- voor de onrechtmatige bewaring en veroordeelde de staatssecretaris in de proceskosten van € 1.225,-. De uitspraak werd gedaan door rechter E.R. Houweling, in aanwezigheid van griffier M.L.F. de Leeuw.