In deze zaak heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag op 8 juni 2015 het verzoek tot wraking van de rechter mr. J.A. van Dorp afgewezen. Het verzoek was ingediend door [bestuurder] namens Joystar International B.V. en Stella Gioia B.V., die verweerders zijn in een faillissementsprocedure aangespannen door Van Delft Advocaten N.V. De wraking werd ingediend naar aanleiding van een zitting op 21 april 2015, waar de verzoeker zich benadeeld voelde door de rechterlijke behandeling en de vermeende vooringenomenheid van de rechter. De verzoeker stelde dat de rechter niet bereid was om naar zijn argumenten en betalingsbewijzen te luisteren, en dat hij zich onheus behandeld voelde.
De wrakingskamer heeft de argumenten van de verzoeker beoordeeld en geconcludeerd dat er geen sprake was van feiten of omstandigheden die de vrees voor partijdigheid van de rechter objectief gerechtvaardigd maakten. De rechter had de procedure op een ordelijke manier geleid en had geen onpartijdigheid getoond. De wrakingskamer benadrukte dat een rechter vermoed wordt onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken. De beslissing om het wrakingsverzoek af te wijzen werd genomen na een zorgvuldige afweging van de ingediende stukken en de mondelinge toelichting van de verzoeker.
De wrakingskamer heeft bepaald dat het proces in de hoofdzaak voortgezet kan worden in de stand waarin het zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek. De beslissing is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden naar de betrokken partijen.