Uitspraak
Rechtbank den haag
1.[eiser 1] ,
[eiser 2] ,
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling van het geschil
hoogteen het
maximumvan de dwangsom. Zoals de Belastingdienst terecht stelt volgt uit rechtsoverweging 5.3 van het arrest van het hof uitdrukkelijk dat de partiële vernietiging van het vonnis van de voorzieningenrechter de op grond van dat vonnis verbeurde dwangsommen niet raakt. Dit volgt overigens ook uit het dictum van het arrest van het hof, waarin is bepaald dat het maximum van alle op grond van het vonnis van de voorzieningenrechter of het arrest van het hof verbeurde of te verbeuren dwangsommen wordt bepaald op € 500.000,=. De stelling dat het arrest van het hof uitsluitend ten aanzien van de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad is verklaard baat [eisers] op dit punt evenmin, nu – zoals reeds is overwogen – uitsluitend ten aanzien van de hoogte van de dwangsommen en het daaraan verbonden maximum is vernietigd, en voor het overige is bekrachtigd. Ook de in het vonnis van de voorzieningenrechter uitgesproken uitvoerbaarheid bij voorraad is derhalve door het hof bekrachtigd. Conclusie is dan ook dat op grond van het vonnis van de voorzieningenrechter verbeurde dwangsommen in stand zijn gebleven.