In deze zaak heeft eiser, een asielzoeker, beroep ingesteld tegen de afwijzing van zijn verzoek om inzage in documenten die betrekking hebben op zijn verblijfsvergunning. Het primaire besluit van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, gedateerd 22 mei 2012, wees het verzoek om een afschrift van de minuut of concept-minuut van een eerder besluit af. Eiser had al andere documenten met zijn persoonsgegevens ontvangen. Het bestreden besluit van 24 juli 2012 verklaarde het bezwaar van eiser ongegrond. De rechtbank heeft het onderzoek aangehouden in afwachting van prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie, die op 17 juli 2014 zijn beantwoord. Eiser heeft aanvullende gronden ingediend naar aanleiding van dit arrest.
Tijdens de zitting op 26 maart 2015 is eiser niet verschenen, terwijl de minister zich liet vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. De rechtbank heeft vastgesteld dat de juridische analyse in de minuut niet onder de definitie van persoonsgegevens valt volgens de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). Eiser heeft echter recht op inzage in zijn persoonsgegevens, en de rechtbank oordeelt dat het overzicht dat de minister heeft verstrekt niet voldoet aan de eisen van de Wbp. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en vernietigt het bestreden besluit, maar laat de rechtsgevolgen in stand omdat de minister op 23 maart 2015 een nieuw overzicht heeft verstrekt dat wel aan de eisen voldoet. Eiser krijgt zijn griffierecht vergoed en de proceskosten worden vastgesteld op € 980,-.