Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de dagvaarding van 31 oktober 2014, met producties;
- de conclusie van antwoord, met producties;
- het tussenvonnis van 25 februari 2015, waarin een comparitie na antwoord is gelast;
2.De feiten
pro justitia-dubbelrapportage uitgebracht (hierna: het PBC-rapport). De conclusie van het PBC-rapport is, zakelijk weergegeven, dat behandelmogelijkheden niet optimaal zijn benut, dat voortijdig is geconcludeerd tot onbehandelbaarheid en dat voortijdig is besloten tot het aanvragen van de longstaystatus.
3.Het geschil
4.De beoordeling
heeftgesteld (zie in 2.15). De rechtbank heeft in deze procedure uit te gaan van de juistheid van het oordeel van de RSJ op het beroep van [eiser 1], waaronder het oordeel over diens verweren ten aanzien van de deskundigenrapportages. De stelling van [eiser 1] dat hem eerst door het PBC-rapport van 1 april 2010 (in volle omvang) bekend is geworden welke behandelmogelijkheden tot dan toe ongebruikt waren gebleven, levert, wat er ook zij van deze stelling, naar het oordeel van de rechtbank geen klemmende reden op die doorbreking van de formele rechtskracht kan rechtvaardigen. De rechtbank heeft hierbij in aanmerking genomen dat grote terughoudendheid moet worden betracht bij het aanvaarden van een doorbrekingsgrond, gelet op de zwaarwegende belangen die door het beginsel van formele rechtskracht worden gediend.
NJ2011, 237).