Uitspraak
RECHTBANK DEN-HAAG
[eiseres],
de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
9 juli 2015.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 9 juli 2015 uitspraak gedaan in het beroep van eiseres, die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. Het bestreden besluit van 13 maart 2015, waarbij de aanvraag werd afgewezen, was gebaseerd op de stelling dat Italië verantwoordelijk was voor de behandeling van de aanvraag. Eiseres had haar aanvraag ingediend na een illegale grensoverschrijding en had in Italië een verzoek om internationale bescherming ingediend.
Eiseres, die naar Turkije was vertrokken om bij haar zieke echtgenoot te zijn, stelde dat zij belang had bij de beoordeling van haar beroep, ondanks haar vertrek uit Nederland. De rechtbank oordeelde echter dat eiseres niet aannemelijk had gemaakt dat zij nog procesbelang had bij de beoordeling van de afwijzing van haar aanvraag. De rechtbank wees erop dat de enkele stelling dat zij prijs stelde op de behandeling van haar beroep onvoldoende was om procesbelang aan te nemen.
De rechtbank concludeerde dat het beroep van eiseres niet-ontvankelijk was, omdat zij geen onderbouwing had gegeven voor haar vertrek uit Nederland en de omstandigheden waaronder zij verbleef. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.