ECLI:NL:RBDHA:2015:8085
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- C. van Boven-Hartogh
- A.W. Ente
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvragen vervanging verblijfsdocumenten wegens twijfel aan identiteit
In deze zaak hebben eisers, die de Iraakse nationaliteit bezitten, op 13 juli 2012 aanvragen ingediend voor de vervanging van hun verblijfsdocumenten. Deze aanvragen zijn afgewezen door de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie op 28 februari 2013, omdat er twijfel bestond over de identiteit van de eisers. De eisers hebben hiertegen beroep ingesteld, waarbij zij stelden dat er geen twijfel meer bestond aan hun personalia, nu zij verklaringen onder ede hadden afgelegd en geregistreerd stonden in de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA). De rechtbank heeft de beroepen op 9 juli 2015 behandeld en geoordeeld dat de staatssecretaris terecht twijfels had over de identiteit van de eisers. De rechtbank oordeelde dat de GBA-gegevens leidend zijn en dat de staatssecretaris niet verplicht was om de verklaringen onder ede van de eisers als voldoende bewijs te beschouwen zonder gelegaliseerde brondocumenten. De rechtbank concludeerde dat de aanvragen tot vervanging van de verblijfsdocumenten terecht waren afgewezen en verklaarde de beroepen ongegrond. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.