ECLI:NL:RBDHA:2016:13665
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en overdracht onder de Dublinverordening met betrekking tot een Somalische eiseres met een Nederlandse echtgenoot
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 16 augustus 2016 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij eiseres, een Somalische vrouw, beroep heeft ingesteld tegen het besluit van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. Eiseres had op 3 februari 2016 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, maar haar aanvraag werd niet in behandeling genomen omdat Duitsland verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van haar asielaanvraag op basis van de Dublinverordening. Eiseres betoogde dat haar asielaanvraag in behandeling moest worden genomen omdat zij zwanger was van haar in Nederland verblijvende echtgenoot, die de Nederlandse nationaliteit bezit. De rechtbank heeft vastgesteld dat het huwelijk tussen eiseres en haar echtgenoot niet langer in geschil is, maar oordeelde dat de echtgenoot geen gezinslid is in de zin van de Dublinverordening, omdat hij de Nederlandse nationaliteit heeft. De rechtbank concludeerde dat de verantwoordelijkheid van Duitsland voor de behandeling van de asielaanvraag van eiseres vaststaat en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die verweerder noopten om de aanvraag alsnog in behandeling te nemen. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard en het verzoek om een voorlopige voorziening werd afgewezen. De rechtbank oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.