Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiseres] , eiseres en verzoekster, hierna: eiseres,
[naam dochter],
de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 8 december 2016 uitspraak gedaan in een beroep en verzoek om voorlopige voorziening van eiseres, die een asielaanvraag had ingediend. Eiseres, geboren in Eritrea, had op 20 juli 2016 een asielaanvraag ingediend, maar verweerder, de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, heeft deze aanvraag niet in behandeling genomen. Dit gebeurde op basis van de Dublinverordening, waarbij Italië verantwoordelijk werd gesteld voor de behandeling van de aanvraag. Eiseres heeft beroep ingesteld tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening om overdracht te voorkomen.
Tijdens de zitting op 8 december 2016 is eiseres verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. De rechtbank heeft de zaak onmiddellijk na het onderzoek ter zitting behandeld. Eiseres stelde dat er sprake was van een duurzame relatie met haar partner, wat volgens de Dublinverordening relevant is voor de behandeling van haar asielverzoek. De rechtbank oordeelde echter dat eiseres onvoldoende bewijs had geleverd dat haar partner als gezinslid kon worden aangemerkt.
De rechtbank heeft ook overwogen of Italië voldoet aan de verplichtingen onder de Dublinverordening, met name in het licht van de opvang van kwetsbare personen. Eiseres heeft informatie over de opvang in Italië overgelegd, maar de rechtbank oordeelde dat deze informatie niet voldoende was om aan te tonen dat Italië niet aan zijn verplichtingen voldoet. Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, zonder aanleiding voor een proceskostenveroordeling.