ECLI:NL:RBDHA:2016:17056

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
29 september 2016
Publicatiedatum
9 mei 2017
Zaaknummer
C/09/518653 / KG ZA 16/1127
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming en intrekking van kandidaat-notaris als waarnemer van een notarisambt in faillissement

In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van een kort geding, is de curator van een failliete besloten vennootschap (B.V.) in een geschil verwikkeld met de Staat der Nederlanden en een kandidaat-notaris. De kandidaat-notaris, die als waarnemer van een notarisambt fungeerde, is geschorst en zijn vennootschap is failliet verklaard. De curator vordert dat de Staat en de kandidaat-notaris het protocol en de overige notariële bescheiden van de failliete B.V. onder zich nemen en deze ontruimen. De voorzieningenrechter heeft op 29 september 2016 uitspraak gedaan, waarbij de vorderingen van de curator zijn toegewezen. De Staat is veroordeeld om het protocol en de notariële bescheiden op te halen en op te slaan, en de kandidaat-notaris is verplicht om toegang te verlenen tot de bescheiden. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat de curator recht heeft op de bescheiden, die buiten het faillissement vallen, en dat de Staat zijn verantwoordelijkheid moet nemen in deze uitzonderlijke situatie. De kosten van het geding zijn voor de Staat, terwijl de kandidaat-notaris zijn eigen kosten draagt. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

Rechtbank den haag

Team handel - voorzieningenrechter
zaak- / rolnummer: C/09/518653 / KG ZA 16/1127
Vonnis in kort geding van 29 september 2016
in de zaak van
[de curator] ,
wonende te [woonplaats] , gemeente [gemeente] ,
in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[de B.V.] , tevens handelende onder de namen [handelsnamen van de B.V.] ,statutair gevestigd te [vestigingsplaats] , kantoorhoudende te [plaats] ,
eiser,
advocaat mr. G.J. Boeve te Utrecht ,
tegen:
1. de publiekrechtelijke rechtspersoon
de Staat der Nederlanden (meer in het bijzonder het Ministerie van Veiligheid en Justitie),
zetelend te Den Haag,
gedaagde,
advocaat mr. J. Bootsma te Den Haag,
en

2 [de notaris] , notaris te [gemeente] ,

gedaagde,
advocaat mr. I.R. Köhne te Leidschendam-Voorburg.
Partijen worden hierna respectievelijk aangeduid als ‘de curator’, ‘de Staat’ en ‘ [de notaris] ’.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties;
- de akte houdende een wijziging van eis, met producties;
- de door de Staat overgelegde producties, met begeleidende brief van 26 september 2016;
- de op 28 september 2016 gehouden mondelinge behandeling.
1.2.
Op 29 september 2016 is door middel van een verkort vonnis uitspraak gedaan. Het onderstaande vormt daarvan de uitwerking.
2. De feiten
Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting wordt in dit geding van het volgende uitgegaan.
2.1.
[de B.V.] , tevens handelende onder de namen [handelsnamen van de B.V.] (hierna te noemen: [de B.V.] ) is een vennootschap die zich bezighoudt het geven van adviezen op notarieel en fiscaal gebied, het optreden als bewindvoerder in de zin van Boek 1 en 4 van het Burgerlijk Wetboek (BW) en in de zin van de Faillissementswet, het optreden als executeur in de zin van Boek 4 BW, mediation services, estate planning en risk management.
2.2.
[de B.V.] is gevestigd in een bedrijfspand te ( [postcode] ) [plaats 2] , aan de [adres] (hierna: het bedrijfspand). [de B.V.] huurt het bedrijfspand.
2.3.
Eigenaar van [de B.V.] is kandidaat-notaris de heer mr. [A] (hierna: [A] ). [A] is sinds 1 januari 2011 werkzaam als (zware) waarnemer van het notarisambt van notaris de heer mr. [B] (hierna: mr. [B] ). In het bedrijfspand bevindt zich (in kluizen, archief- en brandkasten) het protocol (de minuten, notariële verklaringen, registers, afschriften, repertoria en kaartsystemen die onder de notaris rusten, vlg. artikel 1, lid 1, onder a van de Wet op het notarisambt (Wna)) en de overige notariële bescheiden van mr. [B] .
2.4.
[A] is met ingang van 19 juni 2016 door de voorzitter van de kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden geschorst in zijn hoedanigheid van waarnemer van het notarisambt van mr. [B] , kort gezegd in verband met de verdenking van betrokkenheid bij faillissementsfraude. [de B.V.] is op 5 juli 2016 failliet verklaard, met benoeming van de curator als zodanig. Bij beslissing van 19 augustus 2016 van de voorzitter van de kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden is de benoeming van [A] als waarnemer van het notarisambt van mr. [B] met ingang van 22 augustus 2016 ingetrokken.
2.5.
Na de schorsing en vervolgens de intrekking van de benoeming van [A] als waarnemer van het notarisambt van mr. [B] is het notarisambt van mr. [B] telkens op grond van beslissingen van de voorzitter van de kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden tijdelijk door andere notarissen waargenomen. Bij beslissing van de voorzitter van de kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden van 22 augustus 2016 is [de notaris] met ingang van 22 augustus 2016 tot en met 30 september 2016 benoemd tot waarnemer van het notarisambt van mr. [B] . Daarbij is bepaald dat [de notaris] is ontheven van de verplichtingen zoals vermeld in de artikelen 2 tot en met 4 van de Verordening overdracht protocol (hierna: de Verordening). Voor de periode vanaf 1 oktober 2016 is geen opvolgend waarnemer van het notarisambt van mr. [B] benoemd.
2.6.
De curator heeft op 21 juli 2016 de huurovereenkomst ten aanzien van het bedrijfspand opgezegd. De huurovereenkomst eindigt uiterlijk op 21 oktober 2016.

3.Het geschil

3.1.
De curator vordert – zakelijk weergegeven –
1) de Staat op straffe van een dwangsom te veroordelen om het protocol en de overige notariële bescheiden van mr. [B] , waaronder onder meer uitdrukkelijk mede begrepen de kopieën van successiememories, de kladrepertoria en notariële boekhouding of kantoorboekhouding en de dossiers (hierna: het protocol en de overige notariële bescheiden), onder zich te nemen en de ruimten, waaronder onder meer begrepen kluizen, archiefkasten, brandkasten en kamers, waarin het protocol en de overige notariële bescheiden zich bevinden (hierna: de ruimten), te ontruimen en leeg ter beschikking te stellen van de curator;
2) de Staat op straffe van een dwangsom te veroordelen het protocol en de overige notariële bescheiden over te brengen naar de landelijke algemene bewaarplaats van notariële protocollen in de Centrale Archief Selectiedienst (hierna: de CAS) te Winschoten, althans naar de algemene bewaarplaats als bedoeld in artikel 58 Wna;
3) te bepalen dat, indien aan het onder 1) en/of 2) gevorderde niet tijdig wordt voldaan:
- dit vonnis in de plaats treedt van een door de Staat aan een door de curator aan te zoeken deurwaarder te verstrekken opdracht om het protocol en de overige notariële bescheiden onder zich te nemen en de ruimten te ontruimen en leeg ter beschikking te stellen van de curator en het protocol en de overige notariële bescheiden over te (doen) brengen naar de landelijke algemene bewaarplaats van notariële protocollen in de CAS, althans naar de algemene bewaarplaats als bedoeld in artikel 58 Wna; althans
- de curator ex artikel 3:299 BW gemachtigd is om een door hem aan te zoeken deurwaarder opdracht te verstrekken om het protocol en de overige notariële bescheiden onder zich te nemen en de ruimten te ontruimen en leeg ter beschikking te stellen van hemzelf en het protocol en de overige notariële bescheiden over te (doen) brengen naar de landelijke algemene bewaarplaats van notariële protocollen in de CAS, althans naar de algemene bewaarplaats als bedoeld in artikel 58 Wna, en
- de Staat in de gevallen van de gevorderde reële executie op straffe van een dwangsom te veroordelen tot het op eerste verzoek van de deurwaarder in ontvangst nemen van het protocol en de overige notariële bescheiden, met veroordeling van de Staat in de kosten van de reële executie;
4) [de notaris] op straffe van een dwangsom te gebieden om op eerste schriftelijk verzoek van de Staat of de curator aan respectievelijk de Staat of de curator vrije en onbelemmerde toegang te verstrekken tot het pand van [de B.V.] en de ruimten en de zich daarin bevindende bescheiden en te gehengen en gedogen dat deze bescheiden door de Staat of de curator onder zich worden genomen, met bepaling dat bij gebreke daarvan dit vonnis in de plaats treedt van een door [de notaris] aan een door de curator aan te zoeken deurwaarder te verstrekken opdracht om vrije en onbelemmerde toegang te verstrekken tot het pand van [de B.V.] en de ruimten en de zich daarin bevindende bescheiden, al dan niet met behulp van een slotenmaker en de sterke arm der wet, althans de curator wordt gemachtigd om een door hem aan te zoeken deurwaarder opdracht te verstrekken om de vrije en onbelemmerde toegang te verstrekken tot het pand van [de B.V.] en de ruimten en de zich daarin bevindende bescheiden, al dan niet met behulp van een slotenmaker en de sterke arm der wet en met veroordeling van [de notaris] in de kosten van de reële executie;
5) althans de Staat en [de notaris] op straffe van een dwangsom te veroordelen tot in goede justitie door de voorzieningenrechter te bepalen maatregelen die nodig zijn om de curator in de gelegenheid te stellen de ruimten te ontruimen en de kluizen-, brand- en archiefkasten te verkopen;
alles met hoofdelijke veroordeling van de Staat en [de notaris] in de kosten van dit geding,
waaronder de nakosten en vermeerderd met de wettelijke rente.
3.2.
Daartoe voert de curator – samengevat – het volgende aan. Het protocol en de overige notariële bescheiden bevinden zich in kluizen, archief- en brandkasten die behoren tot de faillissementsboedel. Het protocol en de overige notariële bescheiden vallen echter buiten het faillissement. De beheersbevoegdheid van het protocol en de overige notariële bescheiden komt slechts toe aan notarissen en niet aan curatoren. Thans heeft uitsluitend [de notaris] (feitelijk) toegang tot het protocol en de overige notariële bescheiden. Na 1 oktober 2016 is geen nieuwe waarnemend notaris benoemd, omdat er – vanwege de daaraan verbonden risico’s – geen notaris is die het notarisambt van mr. [B] wil waarnemen. De kluizen, archief- en brandkasten bevinden zich op dat moment echter nog wel in het bedrijfspand en de aanwezigheid van het protocol en de overige notariële bescheiden daarin vormt een beletsel voor de in het kader van de afwikkeling van het faillissement beoogde veiling en levering aan de koper daarvan op uiterlijk 17 oktober 2016, alsmede voor de (lege) oplevering van het bedrijfspand aan de verhuurder tegen het einde van de huurtermijn. Bovendien zal de curator zich met ingang van 1 oktober 2016 in moeten laten met de behartiging van de belangen van de Staat als eigenaar van het protocol, terwijl een grondslag voor die bevoegdheid ontbreekt. De curator geldt dan als zaakwaarnemer in de zin van artikel 6:198 van het Burgerlijk Wetboek, waarbij geldt dat een eenmaal begonnen zaakwaarneming moet worden voortgezet. Deze zaakwaarneming moet – zowel uit oogpunt van het maatschappelijk belang, als vanwege het belang van de failliete boedel – worden voorkomen, althans van de curator kan in redelijkheid geen aanvang van de zaakwaarneming worden verlangd.
3.3.
De Staat draagt zorg voor de protocollen van het notariaat en het protocol van een notaris is Staatseigendom. De Staat moet in de gegeven omstandigheden zijn verantwoordelijkheid nemen en het protocol en de overige notariële bescheiden onder zich nemen. De Staat handelt onrechtmatig door het protocol en de overige financiële bescheiden niet op verzoek van de curator onder zich te nemen. [de notaris] heeft als enige toegang tot het protocol en de overige financiële bescheiden. Op grond van artikel 12 lid 2 Wna mag [de notaris] het protocol niet uit handen geven, tenzij dat bij rechterlijke beslissing anders is bepaald.
3.4.
De Staat en [de notaris] voeren gemotiveerd verweer, dat hierna, voor zover nodig, zal worden besproken.

4.De beoordeling van het geschil

4.1.
Ter terechtzitting van 28 september 2016 is allereerst besproken het in de brief van 26 september 2016 reeds weergegeven aanbod van de Staat om het fysieke protocol voorlopig op te laten slaan. De Staat heeft aangeboden en toegezegd het protocol en de overige notariële bescheiden op 30 september 2016 bij het pand van [de B.V.] op te halen en op te slaan conform de bepalingen die een notaris bij de bewaring van een protocol in acht moet nemen. Ter zitting heeft de curator kenbaar gemaakt dat, indien de Staat gevolg geeft aan dat aanbod, daarmee invulling is gegeven aan zijn primaire belang – verwijdering van het protocol en de overige notariële bescheiden uit het bedrijfspand – bij zijn tegen de Staat ingestelde vorderingen.
4.2.
Nu de curator en de Staat het hierover eens zijn zal de voorzieningenrechter de vorderingen van de curator jegens de Staat als hiervoor in 3.1 onder 1 en 2 weergeven als na te melden toewijzen.
4.3.
[de notaris] heeft aangevoerd dat hij zich – mede gezien de bepalingen in de Verordening – niet vrij voelt de Staat in de gelegenheid te stellen het protocol en de overige notariële bescheiden mee te nemen en op te slaan. Ingevolge de Verordening moet bij de overdracht van een protocol aan bepaalde onderzoekseisen worden voldaan. Gezien de korte termijn die nog resteert voor 1 oktober 2016 is onvoldoende tijd beschikbaar om aan de eisen die de Verordening stelt te voldoen. Voorts is de Staat niet bereid toe te zeggen dat hij het protocol en de overige notariële bescheiden als eigenaar onder zich neemt, zodat onduidelijk is in welke hoedanigheid [de notaris] het protocol en de overige notariële bescheiden aan de Staat zou afgeven en is de Staat niet bereid [de notaris] te ontslaan van op hem rustende verplichtingen bij de overdracht van het protocol en de overige notariële bescheiden.
4.4.
De voorzieningenrechter overweegt dat er thans sprake is van een uitzonderlijke situatie, waarbij de curator terecht wenst dat het protocol en de overige notariële bescheiden voor 1 oktober 2016 uit het bedrijfspand zijn weggehaald, waarbij voorts geen sprake is van een waarnemend notaris vanaf 1 oktober 2016 en de Staat stelt dat hij weliswaar bereid is het protocol en de overige notariële bescheiden op te slaan, maar niet dat hij dit doet in de hoedanigheid van eigenaar en/of waarnemend notaris. Deze uitzonderlijke omstandigheden, in onderlinge samenhang bezien, vormen voor de voorzieningenrechter aanleiding om ook de vorderingen gericht tegen [de notaris] toe te wijzen. De voorzieningenrechter heeft daarbij in aanmerking genomen dat [de notaris] alsdan niet in de gelegenheid is om te voldoen aan verplichtingen zoals omschreven in de Verordening of eventuele andere op hem rustende verplichtingen. De gegeven omstandigheden rechtvaardigen naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter desalniettemin de veroordeling van [de notaris] . Volledigheidshalve merkt de voorzieningenrechter nog de Verordening betrekking heeft op de situatie dat een protocol tussen notarissen wordt overgedragen, hetgeen thans niet aan de orde is. De Verordening lijkt niet te voorzien in de hier aan de orde zijnde situatie.
4.5.
Nu de Staat zijn medewerking ter terechtzitting heeft toegezegd en [de notaris] kenbaar heeft gemaakt gevolg te zullen geven aan een veroordeling door de voorzieningenrechter, ziet de voorzieningenrechter geen aanleiding dwangsommen op te leggen zoals gevorderd. Evenmin ziet de voorzieningenrechter gezien de ter zitting toegezegde medewerking van de Staat en [de notaris] aanleiding de medegevorderde machtiging aan de curator te verlenen om tot reële executie over te gaan. Ten aanzien van de reële executie geldt bovendien dat resultaat daarvan is of kan zijn dat het protocol en de overige notariële bescheiden door een deurwaarder uit het bedrijfspand zouden worden meegenomen. Met [de notaris] is de voorzieningenrechter voorshands van oordeel dat dit laatste gezien de speciale waarborgen die bij de bewaring van een protocol van een notaris in acht genomen moeten worden een onwenselijke situatie is.
4.6.
De Staat zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van dit geding aan de zijde van de curator. De voorzieningenrechter ziet aanleiding [de notaris] , hoewel eveneens aan te merken als in het ongelijk gestelde partij, niet tevens in de proceskosten te veroordelen. Gezien de verplichtingen die voor hem als notaris gelden kan hem niet worden tegengeworpen dat hij geen medewerking wenst te verlenen aan hetgeen de curator van hem in onderhavige procedure vordert zonder veroordeling door de voorzieningenrechter. Voor veroordeling in de nakosten bestaat geen grond, nu de kostenveroordeling ook voor deze nakosten een executoriale titel oplevert (vgl. HR 19 maart 2010, ECLI:NL:HR:2010:BL1116, NJ 2011/237).

5.De beslissing

De voorzieningenrechter:
- veroordeelt de Staat om op vrijdag 30 september 2016 het protocol en de overige notariële bescheiden van mr. [B] , waaronder meer uitdrukkelijk mede begrepen de kopieën van successiememories, de kladrepertoria en notariële boekhouding of kantoorboekhouding en de dossiers, zich bevindende te [plaats 2] ( [postcode] ), [adres] , aldaar op te halen en onder zich te nemen en de ruimten, waaronder onder meer begrepen kluizen, archiefkasten, brandkasten en kamers waarin voornoemd protocol en overige notariële bescheiden zich bevinden, te ontruimen en leeg ter beschikking te stellen van de curator, alsmede om voornoemd protocol en overige notariële bescheiden te transporteren naar een door de Staat bepaalde bewaarplaats en voornoemd protocol en overige notariële bescheiden aldaar in bewaring te houden in de staat waarin het protocol en overige notariële bescheiden zich thans bevinden, overeenkomstig de wettelijke en andere bepalingen die een notaris bij de bewaring van een protocol in acht dient te nemen, zulks tot het tijdstip waarop een nieuwe waarnemer van mr. [B] zal zijn benoemd of een notaris is benoemd die het protocol en de overige notariële bescheiden van mr. [B] overneemt;
- veroordeelt [de notaris] , in zijn hoedanigheid van waarnemer van het protocol van mr. [B] , om op vrijdag 30 september 2016 de Staat vrije en onbelemmerde toegang te verstrekken tot:
(1) het pand van [de B.V.] te [plaats 2] ( [postcode] ), [adres] ,
(2) de ruimten waaronder meer begrepen kluizen, archiefkasten, brandkasten en kamers waarin voornoemd protocol en overige notariële bescheiden zich bevinden en
(3) de zich in (1) en (2) bevindende bescheiden,
en te gehengen en gedogen dat de Staat uitvoering geeft aan de hiervoor weergegeven veroordeling van de Staat0;
- veroordeelt de Staat om binnen veertien dagen nadat dit vonnis is uitgesproken de kosten van dit geding aan de curator te betalen, tot dusverre aan de zijde van curator begroot op € 1.299,90,--, waarvan € 816,-- aan salaris advocaat, € 288,-- aan griffierecht en € 195,90 aan dagvaardingskosten;
- bepaalt dat de Staat bij gebreke van tijdige betaling de wettelijke rente over de proceskosten verschuldigd is;
- bepaalt dat [de notaris] de eigen kosten draagt;
- bepaalt dat de Staat in de relatie tot [de notaris] de eigen kosten draagt;
- verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.H.I.J. Hage en in het openbaar uitgesproken op 29 september 2016.
idt