Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 2 mei 2016 in de zaak tussen
het college van burgemeester en wethouders van Leiden, verweerder
[B.V. Y], te [plaats] , vergunninghoudster.
Rechtbank Den Haag
Op 2 mei 2016 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak betreffende een omgevingsvergunning. Het college van burgemeester en wethouders van Leiden had op 10 november 2014 een omgevingsvergunning verleend voor de bouw van een woning, maar na bezwaren van omwonenden werd deze vergunning op 28 april 2015 geherzien. De eisers, waaronder een vereniging en een particulier, stelden beroep in tegen het besluit van 11 mei 2015, waarin de vergunninghoudster de aanvraag had aangepast. De rechtbank oordeelde dat de aangebrachte wijzigingen aan het bouwplan als vergunningvrij konden worden aangemerkt, omdat deze van ondergeschikte aard waren. De rechtbank concludeerde dat de vergunning voor de aanbouw en zonnepanelen op het dak terecht was verleend, en dat de eisers niet ontvankelijk waren in hun beroep omdat eiseres geen bezwaar had gemaakt tegen het oorspronkelijke besluit. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond en het beroep van eiseres niet-ontvankelijk. De uitspraak benadrukt de toepassing van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de relevante jurisprudentie met betrekking tot vergunningvrij bouwen en de beoordeling van wijzigingen in bouwplannen.