In deze zaak vordert eiser, een teeltmedewerker, schadevergoeding van zijn werkgever en diens vennoten na een ernstig incident op de werkvloer waarbij hij door een collega is gestoken met een mes. Het incident vond plaats op 29 augustus 2013 en leidde tot een strafrechtelijke veroordeling van de dader voor poging tot doodslag. Eiser stelt dat zijn werkgever aansprakelijk is op basis van verschillende artikelen uit het Burgerlijk Wetboek, waaronder artikel 6:170 BW, dat werkgevers aansprakelijk stelt voor onrechtmatige daden van hun werknemers, en artikel 7:658 BW, dat werkgevers verplicht om zorg te dragen voor een veilige werkomgeving.
De rechtbank oordeelt dat er geen voldoende verband bestaat tussen de fout van de werknemer en de aan hem opgedragen taak, en dat de werkgever niet aansprakelijk is op grond van artikel 6:170 BW. Ook de stelling dat er sprake was van een onveilige werkomgeving wordt verworpen, omdat de werkgever niet kon voorzien dat een dergelijk ernstig incident zou plaatsvinden. De vordering tot schadevergoeding wordt afgewezen, evenals de vordering tot betaling van overwerk, omdat deze niet onder het door te betalen loon bij ziekte valt volgens de toepasselijke CAO. Eiser wordt in de proceskosten veroordeeld.
Het vonnis is gewezen door mr. G.H.I.J. Hage en is openbaar uitgesproken op 22 juni 2016.