Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de dagvaarding van 24 juli 2014, met producties 1 tot en met 24;
- de conclusie van antwoord van 25 februari 2015, met producties 1 tot en met 12;
- de akte houdende overlegging producties van de zijde van Unilever van 6 mei 2015, met
2.De feiten
the Second Board of Appealvan het EUIPO is het hiertegen door Unilever ingestelde beroep afgewezen.
3.Het geschil
4.De beoordeling
Bevoegdheid
28 november 2002. De algemene bekendheid moet bestaan op het tijdstip waarop het nietig te verklaren merkdepot werd verricht, latere zodanige bekendheid tast het depot niet aan. Dat Unilever – zoals zij stelt – daardoor in een lastige bewijspositie komt te verkeren, omdat zij bijvoorbeeld geen marktonderzoek meer zou kunnen verrichten naar de bekendheid van haar merk onder de relevante doelgroep in 2002, maakt dat niet anders.
28 november 2002 haar merk FAIR & LOVELY kende. Gelet op die ten opzichte van een bekend merk hoge maatstaf, mag van Unilever een uitgebreide motivering en onderbouwing van de door haar gestelde algemene bekendheid van het merk FAIR & LOVELY worden gevergd. Naar het oordeel van de rechtbank heeft Unilever daaraan echter niet voldaan en wel om de volgende redenen.
Currently exporting countries – Year when started”. De bij diezelfde productie overgelegde facturen uit 2001 van ‘
Beauty and Care UK LTD’aan ‘
Oasis Wholesales’ voor FAIR & LOVELY producten zijn niet afkomstig van Unilever en zeggen bovendien niets over de Benelux. Op het overzicht van exportcijfers staat geen Benelux-land vermeld. In de oppositieprocedure tegen het depot van het Uniemerk NEW YORK FAIR & LOVELY (zie 2.7) is het door Unilever gedane beroep op haar Beneluxmerk FAIR & LOVELY ook verworpen omdat niet vast was komen te staan dat sprake was van (normaal) gebruik van dat merk in de Benelux in de jaren tussen 1999 en 2004. Unilever heeft daar zelf over verklaard dat de Benelux vanwege de aard van het product geen aantrekkelijke afzetmarkt voor licht makende crèmes is.
fast moving consumer goods,waaronder gezichtsverzorgingsproducten, dat de crème in ongeveer 40 landen wordt verkocht, dat de crème wereldwijd de meest verkochte licht makende gezichtscrème is met een marktaandeel tot en met 1999 van ongeveer 90% en daarna tussen de 40% en 70% en dat zij honderden miljoenen heeft geïnvesteerd in marketing van de FAIR & LOVELY productlijn. Unilever acht verder relevant dat het merk FAIR & LOVELY in 81 landen is geregistreerd, waaronder in de Benelux, dat de waarde van het merk in 2002 tussen de 75 en 100 miljoen bedroeg en dat Unilever het merk zelf als één van haar meest belangrijke internationale merken beschouwt.
In Centraal-Azië bleef Fair and Lovely het erg goed doen, als gevolg van een grotere nadruk op reclame en uitbreidingen van het assortiment.” en: “
De groei van Fair&Lovely in India werd versterkt door de introductie van een variant die geen vlekken achterlaat.” Dit terwijl Unilever naast vrouwen uit de Aziatische cultuur zelf ook vrouwen uit de Afrikaanse cultuur en uit het Midden-Oosten onder de relevante doelgroep schaart en Technopharma onbetwist stelt dat ook vrouwen uit Zuid-Amerika, de Caribbische eilanden en de Roma gemeenschap vanuit hun culturele en sociale achtergrond de wens kunnen koesteren om hun huid lichter te maken. Als het al zo zou zijn dat in de Benelux woonachtige mensen met een andere etnische achtergrond vanuit de Benelux televisieprogramma’s, sport, kranten en websites bekijken uit het land van herkomst, dan is het aldus maar de vraag of ook een aanzienlijk deel van de niet uit Centraal-Azië of India afkomstige vrouwen uit de relevante doelgroep voor of in 2002 geconfronteerd werden met marketing van het merk FAIR & LOVELY.
derhalve enkel de handhaving [waarborgen] van de verschillende