Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de dagvaarding van 23 april 2015, met 32 producties;
- de conclusie van antwoord, met 11 producties;
- het tussenvonnis van 19 augustus 2015, waarbij een comparitie van partijen is gelast;
- het proces-verbaal van comparitie van 27 november 2015 en de daarin genoemde stukken.
2.De feiten
De vraag doet zich voor of voor de toepassing van artikel 591a, eerste en tweede lid van het
3.Het geschil
a) Kosten rechtsbijstand mr. [A] en mr. Bouyaghjdane: € 10.037,52
€ 6.565 bedragen.
4.De beoordeling
€ 73 voor het (online) schorsen van de auto destijds niet kon betalen en om die reden van schorsing zou hebben afgezien, komt dat voor zijn rekening en risico. Bovendien staat vast dat hij de auto uiteindelijk wel heeft laten schorsen, op 9 juli 2013. Het eerste verwijt treft geen doel.
4.9. In de tweede plaats heeft [eiser] , als weergegeven in 3.2. sub I, gesteld dat het feit dat de auto één maand voor de uitspraak in de ontnemingszaak in hoger beroep door Domeinen is verkocht en die uitspraak niet is afgewacht, disproportioneel is. Indien de uitspraak wel was afgewacht, had de auto aan [eiser] kunnen worden teruggeven, aldus die laatste.