ECLI:NL:RBDHA:2017:11133
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing bijstandsuitkering na onderzoek en huisbezoek
In deze zaak heeft eiser een aanvraag om een bijstandsuitkering ingediend, waarop verweerder een onderzoek heeft ingesteld, inclusief een huisbezoek. Tijdens dit huisbezoek zijn slechts enkele kledingstukken en een zeer beperkt aantal persoonlijke eigendommen aangetroffen. Er was geen voedsel, drinken of keukengerei aanwezig, en eiser kon geen tot hem te herleiden bezittingen aantonen. Verweerder heeft de aanvraag om bijstandsuitkering afgewezen op basis van deze bevindingen. Eiser betwist de afwijzing en stelt dat hij wel degelijk zijn hoofdverblijf op het uitkeringsadres had, en dat het geringe aantal aangetroffen spullen te verklaren is door zijn recente overgang van een dakloze situatie naar een zelfstandige woonsituatie. Hij beweert dat hij zijn administratie en medicatie in de auto bewaart en bij zijn nicht eet en drinkt.
De rechtbank oordeelt dat verweerder voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat eiser in de beoordelingsperiode zijn hoofdverblijf niet op het uitkeringsadres had. Eiser heeft geen overtuigende verklaring gegeven voor het ontbreken van levensmiddelen, post, administratie en andere persoonlijke spullen. De rechtbank benadrukt dat de beoordeling van het hoofdverblijf moet plaatsvinden op basis van de feitelijk aangetroffen situatie. De rechtbank komt tot de conclusie dat de afwijzing van de aanvraag om bijstandsuitkering terecht is, en verklaart het beroep van eiser ongegrond. De uitspraak is gedaan door mr. L. Koper, rechter, en is openbaar uitgesproken op 29 september 2017.