ECLI:NL:RBDHA:2017:11345
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing bijstandsaanvraag wegens onvoldoende informatie voor recht op bijstand
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 3 juli 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van Den Haag. De eiser had op 25 september 2015 een aanvraag ingediend voor een uitkering op grond van de Participatiewet, welke aanvraag door verweerder werd afgewezen. De afwijzing was gebaseerd op het verstrekken van onvoldoende informatie door de eiser. Eiser had eerder bijstand ontvangen tot 16 april 2014, maar deze was ingetrokken wegens schending van de inlichtingenplicht. Eiser had verzuimd om zijn werk als zelfstandige te melden en had in latere aanvragen niet de benodigde informatie verstrekt.
Na een eerdere uitspraak van de rechtbank op 28 juli 2016, waarin het beroep van eiser kennelijk niet-ontvankelijk werd verklaard, heeft eiser verzet aangetekend. De rechtbank heeft dit verzet op 20 maart 2017 gegrond verklaard en het onderzoek hervat. Tijdens de zitting op 23 mei 2017 was eiser niet aanwezig, maar verweerder was wel vertegenwoordigd. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser niet aan zijn inlichtingenplicht heeft voldaan, ondanks herhaalde verzoeken van verweerder om aanvullende informatie te verstrekken. De rechtbank concludeert dat de benodigde informatie om het recht op bijstand vast te stellen ontbrak, waardoor de afwijzing van de aanvraag terecht was.
De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat een rechtsmiddel open voor hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep binnen zes weken na verzending van de uitspraak.