ECLI:NL:RBDHA:2017:11708
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- G. de Zeben - de Vries
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van een Afghaanse vreemdeling op basis van onjuiste informatie en ongeloofwaardigheid van de seksuele geaardheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 13 oktober 2017 uitspraak gedaan in een asielprocedure van een Afghaanse vreemdeling die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De aanvraag werd door de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie afgewezen als kennelijk ongegrond, omdat de vreemdeling onjuiste informatie had verstrekt over zijn identiteit en leeftijd. De vreemdeling, die biseksueel is, vreesde voor vervolging door de Taliban vanwege zijn seksuele geaardheid. Tijdens de zitting op 5 oktober 2017 heeft de vreemdeling zijn verhaal gedaan, bijgestaan door zijn gemachtigde. De rechtbank heeft overwogen dat de vreemdeling niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij minderjarig is, ondanks zijn stelling dat hij in Afghanistan bedreigd wordt vanwege zijn seksuele geaardheid. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vreemdeling in Duitsland als meerderjarig is geregistreerd en dat hij niet met objectief verifieerbare documenten zijn minderjarigheid heeft aangetoond. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de vreemdeling niet consistent en volledig heeft verklaard over zijn proces van zelfacceptatie en dat de door hem overgelegde bewijsstukken niet voldoende zijn om zijn vrees voor vervolging te onderbouwen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de vreemdeling niet in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning asiel en heeft het beroep ongegrond verklaard. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.