Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[de man] , geboren op [geboortedatum] 1990, van Albanese nationaliteit, eiser
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 20 oktober 2017.
Rechtbank Den Haag
Op 20 oktober 2017 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van een Albanese man die een asielaanvraag had ingediend. De man had zijn aanvraag op 21 juni 2017 ingediend, maar was inmiddels naar Duitsland vertrokken. De rechtbank oordeelde dat de minister van Veiligheid en Justitie ten onrechte had vastgesteld dat de man ten tijde van het besluit in Nederland verbleef. De rechtbank concludeerde dat het terugkeerbesluit en het inreisverbod niet konden standhouden, omdat de man niet op Nederlands grondgebied was. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit en oordeelde dat de minister in de proceskosten van de man moest worden veroordeeld tot een bedrag van € 990,-. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor de overheid om de verblijfplaats van een vreemdeling vast te stellen voordat een terugkeerbesluit kan worden uitgevaardigd. De rechtbank stelde vast dat de bewijslast bij de minister ligt om aan te tonen dat de vreemdeling zich op het moment van het besluit in Nederland bevond, wat in dit geval niet was aangetoond.