ECLI:NL:RBDHA:2017:14574
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van bezwaar op grond van de Wet openbaarheid van bestuur
Op 11 december 2017 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen een eiser en de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, thans de minister van Economische Zaken en Klimaat. De eiser had bezwaar ingediend tegen een brief van de staatssecretaris, waarin deze geen of verkeerde informatie over de opwarming van de aarde zou hebben verstrekt. De staatssecretaris verklaarde het bezwaar niet-ontvankelijk, omdat de brief van de eiser niet als een verzoek op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) werd aangemerkt, maar als een burgerbrief. Eiser ging hiertegen in beroep.
Tijdens de zitting op 15 november 2017 was eiser niet aanwezig, maar de staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. De rechtbank overwoog dat de brief van eiser van 16 februari 2017 geen verzoek om openbaarmaking van documenten bevatte, zoals vereist door de Wob. De rechtbank concludeerde dat de reactie van de staatssecretaris op de brief van eiser geen besluit was in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), en dat het bezwaar van eiser terecht niet-ontvankelijk was verklaard.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en er werd een rechtsmiddel vermeld tegen deze uitspraak, waarbij binnen zes weken hoger beroep kan worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.