10. (t.t.g. 09/852192-17)
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht
en
bedreiging met zware mishandeling
verklaart de bewezenverklaarde feiten en de verdachte daarvoor strafbaar;
verklaart niet bewezen wat anders of meer aan de verdachte is ten laste gelegd dan hierboven bewezen verklaard en spreekt hem daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot
jeugddetentie voor de duur van 129 dagen
bepaalt dat de tijd, door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, te weten 87 dagen, bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk gedeelte van de hem opgelegde jeugddetentie geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
bepaalt dat een gedeelte van de jeugddetentie groot
42 dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten wegens niet nakoming de voorwaarden die hieronder staan;
stelt de proeftijd vast op twee jaren onder de algemene voorwaarden dat de veroordeelde:
- zich voor het einde van die proeftijd niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit;
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit zijn medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
- zijn medewerking zal verlenen aan het door de Reclassering Nederland (hierna: reclassering) te houden toezicht, bedoeld in artikel 77aa jo 14d lid 2 van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
en onder de bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
- zich gedurende een door reclassering te bepalen periode (die loopt tot maximaal het einde van de proeftijd) en op door de reclassering te bepalen tijdstippen zal melden bij de reclassering op het adres Bezuidenhoutseweg 179 in Den Haag, zo frequent en zo lang deze instelling dat noodzakelijk acht;
- gedurende de proeftijd op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met [slachtoffer] (geboren op [geboortedatum] -1997) en geen berichten aan haar of over haar zal plaatsen op social media, zo lang de reclassering dit noodzakelijk acht;
- zich, zolang dat binnen de proeftijd door de reclassering nodig wordt geacht, door de reclassering zal laten helpen om beter om te gaan met social media en de reclassering in dat kader op haar verzoek zal laten zien welke berichten hij stuurt of post via social media;
- zich gedurende de proeftijd onder behandeling zal stellen van het Forensisch ACT-team van Palier of een soortgelijke instantie, op de tijden en plaatsen als door of namens Palier aan te geven;
- gedurende de proeftijd of zoveel korter als de reclassering wenselijk acht, zal verblijven in een woning van instelling van Flowin Maatschappelijke Zorg aan de [adres] te Den Haag en zich zal houden aan het (dag-)programma dat deze instelling in overleg met de reclassering heeft opgesteld;
geeft opdracht aan de reclassering om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partijen gedeeltelijk toe en veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan:
[benadeelde partij 1] , een bedrag van € 50,00, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 25 juli 2017 tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan;
[benadeelde partij 2] , een bedrag van € 50,00, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 26 juli 2017 tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan;
veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partijen gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
wijst de vorderingen tot schadevergoeding van de benadeelde partijen voor het overige af;
legt aan de verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag groot
€ 50,00, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 25 juli 2017 tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan, ten behoeve van het slachtoffer genaamd [benadeelde partij 1] en een bedrag groot
€ 50,00, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 26 juli 2017 tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan, ten behoeve van het slachtoffer genaamd [benadeelde partij 2] ;
bepaalt dat voldoening van de betalingsverplichtingen aan de benadeelde partijen de betalingsverplichtingen aan de Staat doet vervallen, alsmede dat voldoening van de betalingsverplichtingen aan de Staat de betalingsverplichtingen aan de benadeelde partijen doet vervallen;
heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte.
Dit vonnis is gewezen door
mr. A.J.J.M. Weijnen, rechter, tevens kinderrechter, voorzitter,
mr. E.M.M. Engbers, rechter, tevens kinderrechter,
en mr. B. Bastein, rechter, tevens kinderrechter,
in tegenwoordigheid van mr. D.V. Verbree, griffier.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 27 november 2017.
De ten laste gelegde feiten
hij op één of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 maart 2016 tot en met 2 november 2016 te ’s-Gravenhage, althans in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer] , in elk geval van een ander, met het oogmerk die [slachtoffer] , in elk geval die ander, te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen, door
- een groot aantal berichten te sturen via Facebook (Messenger) en/of Whatsapp en/of Instagram en/of sms (waarvan de inhoud van enkele berichten beledigend en/of dreigend van aard waren) en/of
- veelvuldig te bellen en/of te videochatten en/of
- zich meermalen in de buurt van de woning en/of het werk van die [slachtoffer] op te houden en/of
- een brief in de brievenbus van die [slachtoffer] te doen, althans een brief naar de woning van die [slachtoffer] te sturen en/of
- een tasje aan de voordeur van de woning van die [slachtoffer] te hangen;
2. ( t.b.g. 09/051476-16)
hij op of omstreeks 9 maart 2016 te ’s-Gravenhage in een woning/besloten lokaal/besloten erf, gelegen aan de [adres] en in gebruik bij [naam] , althans bij een ander of anderen dan bij verdachte, wederrechtelijk aldaar vertoevende zich niet op de vordering van of vanwege de rechthebbende aanstonds heeft verwijderd;
3. ( t.b.g. 09/162273-16)
hij op of omstreeks 6 augustus 2016 te ’s-Gravenhage met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen Sultana, in ieder geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan winkelbedrijf Hoogvliet, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
4. ( t.b.g. 09/162273-16)
hij op of omstreeks 6 augustus 2016 te ’s-Gravenhage opzettelijk beledigend [naam] , in diens tegenwoordigheid mondeling heeft toegevoegd de woorden “kankermarokkaan”, althans woorden van gelijke beledigende aard of strekking;
5. ( t.b.g. 09/195146-16)
hij op of omstreeks 22 september 2016 te ’s-Gravenhage (een) ambtena(a)r(en) [naam] (agent van politie Eenheid Den Haag) en/of [naam] (hoofdagent van politie Eenheid Den Haag) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling en/of enig misdrijf waardoor gevaar voor de algemene veiligheid van personen of goederen of gemeen gevaar voor de verlening van diensten ontstaat, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [naam] en/of [naam] dreigend de woorden toegevoegd: “zoek mij maar op, ik ga een bom leggen op Rotterdam centraal” en/of “als jullie mij voor deze bekeuring aanhouden, schiet ik jullie kanker dood”, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking’
hij op of omstreeks 22 september 2016 te ’s-Gravenhage ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door geweld of enige andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid (een) ambtena(a)r(en) [naam] (agent van politie Eenheid Den Haag) en/of [naam] (hoofdagent van politie Eenheid Den Haag) te dwingen tot het volvoeren van een ambtsverrichting of het nalaten van een rechtmatige ambtsverrichting, te weten het uitschrijven van een proces-verbaal en/of het geven van een bekeuring voor het negeren van een rood verkeerslicht, immers heeft hij, verdachte, voornoemde [naam] en/of [naam] de woorden toegevoegd: “als jullie mij voor deze bekeuring aanhouden, schiet ik jullie kanker dood”, althans woorden van gelijke aard en/of strekking, terwijl de uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
6. ( t.b.g. 09/195146-16)
hij op of omstreeks 22 september 2016 te ’s-Gravenhage opzettelijk (een) ambten(a)r(en), [naam] (agent van politie Eenheid Den Haag) en/of [naam] (hoofdagent van politie Eenheid Den Haag) gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/haar/hun bediening, in zijn/haar/hun tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hem/haar/hen de woorden toe te voegen: “ik heb geen zin in die kanker joden verhalen van jullie” en/of “ik hoop dat jullie als politie een keer worden doodgeschoten”, althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
7. ( t.b.g. 09/837215-17)
hij op of omstreeks 25 juli 2017 te ’s-Gravenhage opzettelijk een ambtenaar, te weten [benadeelde partij 1] , hoofdagent van politie Eenheid Den Haag, gedurende en of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, in zijn tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hem de woorden toe te voegen: “Je bent een kankerlijer” en/of “Je kanker familie”, althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
8. ( t.b.g. 09/837215-17)
hij op of omstreeks 25 juli 2017 te ’s-Gravenhage [benadeelde partij 1] , hoofdagent van politie Eenheid Den Haag heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [benadeelde partij 1] dreigend de woorden toe te voegen: “Wacht maar. Ik wacht je op na je werk en sla je tanden uit je mond ”en/of “Als ik jou ook nog zie op de Grote Markt, dan sla ik je tanden uit je mond, kankerlijer”, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
9. ( t.b.g. 09/837215-17)
hij op of omstreeks 26 juli 2017 te ’s-Gravenhage opzettelijk een ambtenaar, te weten [benadeelde partij 2] , brigadier van politie Eenheid Den Haag, gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, in zijn tegenwoordigheid, door feitelijkheden, heeft beledigd, door op/tegen een arm en/of het veiligheidsvest van die [benadeelde partij 2] te spugen;
09/852192-17 (t.t.g.) (doorgenummerd als feit 10)
hij in of omstreeks de periode van 5 september 2017 tot en met 7 september 2017 te ’s-Gravenhage [aangever] en/of [aangever 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door één of meerdere brieven naar de werkgever van die [aangever] en/of [aangever 2] (te weten de HTM) te sturen met daarin onder andere de volgende dreigende woorden: “als ik jullie was zal ik deze meneer maar waarschuwen voor zijn grote kanker bek. Ik heb vanaf nu een grote mes bij mij als ik in de tram rij.” en/of “Sturen jullie mij weer een brief sla ik deze controleur zijn tanden er uit”, althans daden en/of woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking.
Voor feit 1 zijn dit de bewijsmiddelen.
1. De aangifte van [slachtoffer] , blz. 21 t/m 23, met bijlagen, blz. 27 t/m 177
2. De klacht van [slachtoffer] , blz. 25
3. De bekennende verklaring van de verdachte op de zitting van 13 november 2017
Voor feit 3 zijn dit de bewijsmiddelen.
1. Het aangifteformulier van Hoogvliet B.V.
2. De bekennende verklaring van de verdachte op de zitting van 13 november 2017
Voor feit 5 zijn dit de bewijsmiddelen.
1. De aangifte van [naam] , blz. 4
2. De aangifte van [naam] , blz. 6
3. Het proces-verbaal van de aanhouding, blz. 8 en 9
4. De bekennende verklaring van de verdachte op de zitting van 13 november 2017
Voor feit 6 zijn dit de bewijsmiddelen.
1. De aangifte van [naam] , blz. 4
2. Het proces-verbaal van de aanhouding, blz. 8 en 9
3. De bekennende verklaring van de verdachte op de zitting van 13 november 2017
Voor de feiten 7 en 8 zijn dit de bewijsmiddelen.
1. De aangifte van [benadeelde partij 1] , blz. 11
2. De bevindingen van de politie, blz. 13
3. De bekennende verklaring van de verdachte op de zitting van 13 november 2017
Voor feit 9 zijn dit de bewijsmiddelen.
1. De bevindingen van de politie, blz. 14
2. De bekennende verklaring van de verdachte op de zitting van 13 november 2017
hij in de periode van 1 maart 2016 tot en met 2 november 2016 te ’s-Gravenhage, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer] , met het oogmerk die [slachtoffer] , te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en vrees aan te jagen, door
- een groot aantal berichten te sturen via Facebook (Messenger) en Whatsapp en Instagram en sms (waarvan de inhoud van enkele berichten beledigend en dreigend van aard waren) en
- veelvuldig te bellen en te videochatten en
- zich meermalen in de buurt van de woning en het werk van die [slachtoffer] op te houden en
- een brief naar de woning van die [slachtoffer] te sturen en
- een tasje aan de voordeur van de woning van die [slachtoffer] te hangen;
2. ( t.b.g. 09/051476-16)
hij op 9 maart 2016 te ’s-Gravenhage in een woning, gelegen aan de [adres] en in gebruik bij [naam] , wederrechtelijk aldaar vertoevende zich niet op de vordering van de rechthebbende aanstonds heeft verwijderd;
3. ( t.b.g. 09/162273-16)
hij op 6 augustus 2016 te ’s-Gravenhage met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen Sultana, toebehorende aan winkelbedrijf Hoogvliet;
5. eerste cumulatief/alternatief (t.b.g. 09/195146-16)
hij op 22 september 2016 te ’s-Gravenhage ambtenaren [naam] (agent van politie Eenheid Den Haag) en [naam] (hoofdagent van politie Eenheid Den Haag) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/ enig misdrijf waardoor gevaar voor de algemene veiligheid van personen of goederen of gemeen gevaar voor de verlening van diensten ontstaat, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [naam] en [naam] dreigend de woorden toegevoegd: “zoek mij maar op, ik ga een bom leggen op Rotterdam centraal” en “als jullie mij voor deze bekeuring aanhouden, schiet ik jullie kanker dood”;
6. ( t.b.g. 09/195146-16)
hij op 22 september 2016 te ’s-Gravenhage opzettelijk ambtenaren, [naam] (agent van politie Eenheid Den Haag) en [naam] (hoofdagent van politie Eenheid Den Haag) gedurende de rechtmatige uitoefening van hun bediening, in hun tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hen de woorden toe te voegen: “ik heb geen zin in die kanker joden verhalen van jullie” en “ik hoop dat jullie als politie een keer worden doodgeschoten”;
7. ( t.b.g. 09/837215-17)
hij op 25 juli 2017 te ’s-Gravenhage opzettelijk een ambtenaar, te weten [benadeelde partij 1] , hoofdagent van politie Eenheid Den Haag, gedurende de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, in zijn tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hem de woorden toe te voegen: “Je bent een kankerlijer” en “Je kanker familie;
8. ( t.b.g. 09/837215-17)
hij op 25 juli 2017 te ’s-Gravenhage [benadeelde partij 1] , hoofdagent van politie Eenheid Den Haag heeft bedreigd met zware mishandeling, door die [benadeelde partij 1] dreigend de woorden toe te voegen: “Wacht maar. Ik wacht je op na je werk en sla je tanden uit je mond ”en “Als ik jou ook nog zie op de Grote Markt, dan sla ik je tanden uit je mond, kankerlijer”;
9. ( t.b.g. 09/837215-17)
hij op 26 juli 2017 te ’s-Gravenhage opzettelijk een ambtenaar, te weten [benadeelde partij 2] , brigadier van politie Eenheid Den Haag, gedurende de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, in zijn tegenwoordigheid, door feitelijkheden, heeft beledigd, door op een arm en het veiligheidsvest van die [benadeelde partij 2] te spugen;
09/852192-17 (t.t.g.) (doorgenummerd als feit 10)
hij in de periode van 5 september 2017 tot en met 7 september 2017 te ’s-Gravenhage [aangever] en [aangever 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en met zware mishandeling, door brieven naar de werkgever van die [aangever] en [aangever 2] (te weten de HTM) te sturen met daarin onder andere de volgende dreigende woorden: “als ik jullie was zal ik deze meneer maar waarschuwen voor zijn grote kanker bek. Ik heb vanaf nu een grote mes bij mij als ik in de tram rij.” en “Sturen jullie mij weer een brief sla ik deze controleur zijn tanden er uit”.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.