ECLI:NL:RBDHA:2017:15631
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen heffing overdrachtsbelasting bij verkrijging appartementsrecht in transformatieproject
In deze zaak heeft eiseres, die een appartementsrecht heeft verkregen in een voormalig kantoorgebouw, bezwaar gemaakt tegen de heffing van overdrachtsbelasting door de inspecteur van de Belastingdienst. De rechtbank Den Haag oordeelt dat de inspecteur ten onrechte een tarief van 6% heeft geheven, omdat de onroerende zaak op het moment van verkrijging als een woning in aanbouw kan worden aangemerkt volgens artikel 14, tweede lid, van de Wet op de belastingen van rechtsverkeer 1970. Eiseres had op 30 november 2017 beroep ingesteld tegen de uitspraak van de inspecteur, die het bezwaar ongegrond had verklaard. De rechtbank heeft vastgesteld dat de sloopwerkzaamheden aan het pand waren afgerond en dat de opbouwwerkzaamheden waren gestart, wat betekent dat de onroerende zaak niet meer als kantoorpand kon worden gebruikt. De rechtbank heeft de relevante wetsgeschiedenis en eerdere arresten van de Hoge Raad in overweging genomen en geconcludeerd dat de onroerende zaak op basis van publiekrechtelijke voorschriften bestemd was voor bewoning. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd en de inspecteur opgedragen tot teruggave van de te veel betaalde overdrachtsbelasting. Tevens zijn de proceskosten van eiseres vergoed.