ECLI:NL:RBDHA:2017:16333
Rechtbank Den Haag
- Wraking
- O. van der Burg
- G.P. Verbeek
- H.W. Vogels
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen kantonrechter wegens vermeende partijdigheid
In deze zaak heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag op 27 november 2017 uitspraak gedaan op een verzoek tot wraking van kantonrechter mr. J.C. Gerritse. Het verzoeker, een verhuurder, vorderde wraking op basis van vermeende partijdigheid van de kantonrechter tijdens een zitting op 2 oktober 2017. De verzoeker stelde dat de kantonrechter bevooroordeeld was en dat zijn vragen en opmerkingen tijdens de zitting een schijn van partijdigheid wekten. De kantonrechter had tijdens de zitting aangegeven dat hij de nieuwe feiten die door de verzoeker waren aangedragen, vooralsnog onvoldoende vond om de huurovereenkomst te ontbinden. De wrakingskamer heeft de omstandigheden van de zitting en de argumenten van de verzoeker zorgvuldig beoordeeld. De wrakingskamer concludeerde dat de kritische ondervraging van partijen door de kantonrechter niet ongebruikelijk is en niet automatisch leidt tot de conclusie dat er sprake is van partijdigheid. De wrakingskamer oordeelde dat er geen zwaarwegende aanwijzingen waren voor de vrees van de verzoeker dat de kantonrechter vooringenomen was. Het verzoek tot wraking werd dan ook afgewezen, en het proces in de hoofdzaak werd voortgezet in de stand waarin het zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek.