ECLI:NL:RBDHA:2017:2054
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.W. Ente
- Rechtspraak.nl
Besluit tot niet in behandeling nemen van asielaanvraag op grond van Dublinverordening
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 1 maart 2017 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de asielaanvraag van eiseres, een Eritrese vrouw. Eiseres had op 22 november 2016 in Nederland een asielaanvraag ingediend, maar verweerder, de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, heeft deze aanvraag niet in behandeling genomen. Dit besluit was gebaseerd op de Dublinverordening, die bepaalt dat Frankrijk verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag van eiseres, aangezien zij eerder een Schengenvisum van de Franse autoriteiten had ontvangen.
Eiseres heeft in beroep aangevoerd dat verweerder in strijd heeft gehandeld met de Wet beëdigde tolken en vertalers (Wbtv) door geen gebruik te maken van een registertolk tijdens het aanmeldgehoor. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat verweerder voldoende gemotiveerd heeft waarom er geen registertolk is ingeschakeld, en dat de motivering in het aanmeldgehoor niet als onvoldoende kan worden aangemerkt, vooral omdat eiseres pas in de beroepsfase heeft geklaagd over deze kwestie.
De rechtbank heeft verder overwogen dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat Frankrijk niet in staat zou zijn om haar asielaanvraag op een rechtmatige manier te behandelen. De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 1 maart 2017, en tegen deze uitspraak kan binnen één week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.