Uitspraak
Rechtbank Den Haag
eisende partij in conventie,
1.Het verloop van de procedure
- de dagvaarding van 2 november 2016;
- het vonnis van de kantonrechter te Rotterdam van 25 november 2016, waarbij de zaak is verwezen naar de rechtbank Den Haag, team kanton Den Haag;
- de conclusie van antwoord in conventie tevens van eis in reconventie;
- de producties van partijen.
2.De vaststaande feiten
3.Het geschil
‘gegevens respectievelijk bijzonderheden de onderneming van werkgever of van één met haar in welke rechtsvorm dan ook gelieerde onderneming betreffende’. Hiermee is sprake van een evidente schending van de geheim-houdingsplicht. Los van de schending van de geheimhoudingsplicht is de door [gedaagde] gedane mededeling onjuist en onwaar, waardoor er ook sprake is van frauduleus handelen door [gedaagde] . De onrechtmatige gedraging valt aan [gedaagde] toe te rekenen. [eiseres] heeft door dit handelen van [gedaagde] schade gelegen, doordat [gedaagde] tweemaal een boete heeft verbeurd en omdat alle declaraties van de Raad voor Rechtsbijstand zijn stopgezet waardoor de voornaamste inkomstenbron van [eiseres] is opgedroogd. De schade is het directe gevolg van de schending van de geheimhoudings-plicht. Indien [gedaagde] geen melding bij de Raad voor Rechtsbijstand had gemaakt dan was de boete niet verbeurd en was de inkomstenbron van [eiseres] niet opgedroogd. Immers, zonder de mededeling van [gedaagde] zouden de declaratieaanvragen van [eiseres] gewoon in behandeling worden genomen en worden beoordeeld. De geschonden norm is de mogelijkheid om een normale bedrijfsvoering te kunnen uitoefenen, alsmede de belangen van cliënten te kunnen waarborgen. De normale bedrijfsvoering van [eiseres] is door het handelen van [gedaagde] op de tocht komen te staan en de belangen van cliënten zijn geschaad omdat er in hun zaken niet langer wordt toegevoegd.
4.De beoordeling
nietde vermeende schending van het geheimhoudingsbeding uit de arbeidsovereenkomst omvat. In de onderhavige zaak zal dus worden beoordeeld of de melding van [gedaagde] aan de Deken en aan de Raad als een schending van de (contractuele) geheimhoudingsplicht en daarmee als onrechtmatige daad moet worden aangemerkt, zoals [eiseres] stelt en [gedaagde] betwist.