ECLI:NL:RBDHA:2017:3917
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bewaring van een vreemdeling in het kader van uitzetting en de rechtszekerheidsbeginsel
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 29 maart 2017 uitspraak gedaan in een beroep tegen de vrijheidsontnemende maatregel van bewaring van een vreemdeling, eiser, die sinds 2013 illegaal in Nederland verblijft. Eiser had een meldplicht om zijn vertrek naar Marokko zelfstandig te regelen, maar heeft dit niet gedaan. De rechtbank oordeelt dat de aanhouding van eiser niet in strijd is met het rechtszekerheidsbeginsel, omdat hij geen uitdrukkelijke toezegging heeft gekregen dat hij niet meer in bewaring zou worden gesteld. Eiser heeft weliswaar een geboorteakte geregeld voor een mvv-aanvraag, maar wil pas vertrekken als het hem uitkomt, wat de rechtbank als onvoldoende beschouwt om de bewaring op te heffen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er voldoende zicht op uitzetting is, aangezien de Marokkaanse autoriteiten een laissez passer hebben toegezegd. Eiser heeft geen argumenten aangedragen die de rechtbank ervan overtuigen dat de bewaring onterecht is. De rechtbank concludeert dat de toepassing van de vrijheidsontnemende maatregel in overeenstemming is met de wet en dat de belangenafweging in dit geval gerechtvaardigd is. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen.